De papierdikte instellen
Als u ander afdrukmateriaal gebruikt dan het speciale materiaal
van EPSON, dan moet u mogelijk de dikte van het papier
instellen. U kunt instellen of de dikte van het gebruikte papier
automatisch moet worden bepaald (STD (standaard)) of moet
worden ingesteld (1 tot 10) in het menu Paper Settings. Zie de
volgende paragrafen voor het vastleggen en opvragen van uw
instellingen. U kunt ook de inktdroogtijd instellen voor de
respectievelijke papierinstellingen, inclusief STD. Zie voor het
selecteren van de opgeslagen instelling "De vastgelegde
instellingen selecteren".
De instellingen vastleggen
Voer de onderstaande stappen uit om de papierdikte en
inktdroogtijd vast te leggen.
1. Laad het papier volgens de instructies in "Papierrollen
gebruiken" of "Losse vellen papier gebruiken".
2. Druk in de modus SelecType op de knop SelecType totdat
PAPER CONFIG MENU op het LCD-display verschijnt.
3. Druk op de knop Item. PAPER NUMBER verschijnt op het
display.
4. Druk op de knop + of - om het getal te selecteren dat u als
instelling wilt vastleggen. Wanneer u STD selecteert, kunt u
direct doorgaan naar stap 8 om de droogtijd voor de inkt in
te stellen.
5. Druk op de knop Item. THICK PAT. verschijnt op het display.
Als u nogmaals op de knop Item drukt, kunt u direct
doorgaan naar stap 7 zonder het testpatroon voor de
papierdikte af te drukken. Als u op de knop Enter drukt,
wordt het testpatroon voor de papierdikte afgedrukt.
-95