SC-F6000 Series Gebruikershandleiding
Printkop reinigen
In het display kunt u alle spuitkanaaltjes reinigen of
kiezen om alleen de spuitkanaaltjes te reinigen
waarvoor het afgedrukte controlepatroon een
probleem aangeeft.
Opmerkingen
Houd rekening met de volgende punten bij het
uitvoeren van een printkopreiniging.
❏ Reinig de printkop alleen als de afdrukkwaliteit
afneemt, bijvoorbeeld als de afdruk niet helemaal
scherp is of als er kleuren niet kloppen of
ontbreken. Bij een printkopreiniging wordt inkt
verbruikt.
❏ Bij het reinigen van alle spuitkanaaltjes wordt van
elke kleur inkt iets gebruikt. Zelfs wanneer u
uitsluitend zwarte inkt gebruikt voor
zwart-witafdrukken, wordt ook kleureninkt
gebruikt.
❏ Als u de printkop in een korte periode meerdere
keren reinigt, bestaat de kans dat de Maintenance
Box snel vol is omdat de opgevangen inkt geen
tijd heeft om te verdampen uit de Maintenance
Box. Houd een extra Maintenance Box bij de
hand voor het geval er onvoldoende ruimte vrij is.
❏ Als na reiniging de spuitkanaaltjes nog steeds
verstopt zijn, schakelt u de printer uit en wacht u
tot de volgende dag of langer. De mogelijkheid
bestaat dat de ingedroogde inkt loskomt.
Zijn de spuitkanaaltjes daarna nog steeds
verstopt, dan neemt u contact op uw leverancier
of de ondersteuning van Epson.
Printkop reinigen
Knoppen die worden gebruikt voor de volgende
instellingen
Onderhoud
A
Controleer of de printer klaar is om af te
drukken. Druk op de knop ".
Het menu Onderhoud verschijnt.
B
Druk op de knoppen d/u om Printkop
Reinigen te markeren en druk op de knop Z.
C
Selecteer de methode om de rijen met
spuitkanaaltjes op te geven voor reiniging.
Alle spuitkanaaltjes
Controleer het afgedrukte patroon en selecteer
deze methode als alle patronen vage of
ontbrekende gebieden bevatten. Ga naar stap 5
als u Alle spuitkanaaltjes hebt geselecteerd.
Geselect. spuitkan.
Controleer het afgedrukte patroon en selecteer
deze methode als alleen bepaalde nummers
(rijen met spuitkanaaltjes) vage of ontbrekende
gebieden bevatten. U kunt meerdere rijen met
spuitkanaaltjes selecteren.
D
Selecteer rijen met spuitkanaaltjes om te
reinigen.
❏
Druk op de knoppen d/u om nummers te
markeren die overeenkomen met
controlepatronen met vage of ontbrekende
segmenten en druk op de knop Z om deze te
selecteren.
❏
Nadat u alle rijen met spuitkanaaltjes hebt
geselecteerd voor reiniging, markeert u
Doorgaan en drukt u op de knop Z.
E
Selecteer het reinigingsniveau en druk op de
knop Z.
F
De printkopreiniging wordt uitgevoerd.
Na afloop van de reiniging wordt het menu met
instellingen gesloten. Bekijk het afgedrukte
controlepatroon om te controleren of alle
koppen gereinigd zijn.
"Controleren of er verstopte
U
spuitkanaaltjes zijn" op pagina 49
50