Kaarten toevoegen en verwijderen
Als een proximity kaartlezer is geïnstalleerd, kunt u met behulp van een proximity kaart verschillende functies van het bediendeel activeren
door de kaart voor de lezer te houden. Als hoofdgebruiker kunt u één of meer kaarten aan het systeem toevoegen of bestaande kaarten
verwijderen. Hiertoe drukt u OK en voert u een hoofdcode in. Ga met de
1. Als u één kaart wilt toevoegen, gaat u met de
Toevoegen één kaart en drukt u OK.
2. Voer het gebruikersnummer in dat aan de kaart moet worden
toegewezen en druk OK. LED1 op iedere geactiveerde lezer begint te
knipperen.
3. Scan de kaart (kaart voor de lezer houden). Als de gebruikerskaart
nog niet in het systeem bestaat, wordt ze toegevoegd en stopt LED1 met
knipperen. Als de kaart al in het systeem bestaat, piept de lezer driemaal.
4. Als u meerdere kaarten wilt toevoegen, gaat u met de
naar Toevoegen meerdere kaarten en drukt u OK. Voer stap 2 uit en
scan de kaart.
5. Als de gebruikerskaart nog niet in het systeem bestaat, wordt ze
toegevoegd. LED1 blijft knipperen om aan te geven dat de volgende kaart
kan worden gescand.
6. Als u een kaart wilt verwijderen, gaat u met de
Verwijder één kaart en drukt u OK. Voer stap 2 uit en scan de kaart.
7. De gebruikerskaartgegevens van het ingevoerde gebruikersnummer
worden verwijderd en LED1 stopt met knipperen.
Opmerking: 40 seconden nadat u klaar bent met het scannen van kaarten,
worden alle lezers in het systeem bijgewerkt met de nieuwe kaartgegevens.
toetsen naar CS1700 Prox. lezer en druk OK.
toetsen naar
toetsen
toetsen naar
Geef gebruikernr
123
Gebruikershandleiding van het CS5500 LCD bediendeel
OK
OK
OK
29