Overige Externe Componenten
Overige Externe Componenten
Bediening terwijl het camerascherm wordt
getoond
Instellen van het beeld
Raak het hieronder getoonde gedeelte aan.
Videomenuscherm wordt getoond. Zie
"Videomenubediening" op pagina 12 voor meer
informatie.
• Tik nogmaals op hetzelfde gebied om het
videomenuscherm weer te sluiten.
Tonen van de parkeerrichtlijn
Stel <Parking Guidelines> in op [ON] (Pagina 34) of
tik op het hieronder aangegeven gebied.
• Raak hetzelfde gedeelte weer aan om de
parkeeraanwijzingen te sluiten.
Verlaten van het camerascherm
Druk op HOME op het monitorpaneel of raak het
hieronder getoonde gedeelte aan.
Bluetooth®
Bluetooth®
Informatie
Bluetooth is een short-range draadloze
communicatietechnologie voor mobiele apparatuur,
bijvoorbeeld mobiele telefoons, draagbare PC's en
andere dergelijke toestellen.
Bluetooth apparatuur kan zonder gebruik van
kabels worden verbonden en onderling met elkaar
communiceren.
Opmerking
• Voer tijdens het besturen van de auto geen
ingewikkelde bedieningen uit, bijvoorbeeld het
bellen van nummers, gebruik van het telefoonboek,
etc. Parkeer de auto op een veilige plaats alvorens
dergelijke bedieningen uit te voeren.
• Bepaalde Bluetooth apparatuur kan vanwege de
Bluetooth versie van die apparatuur mogelijk niet
met dit toestel worden verbonden.
• Dit toestel werkt mogelijk niet met bepaalde
Bluetooth apparatuur.
• De verbindingsconditie varieert mogelijk vanwege
de omgevingsomstandigheden.
• Met bepaalde Bluetooth apparaten wordt het
apparaat ontkoppeld wanneer u dit toestel
uitschakelt.
• Indien uw mobiele telefoon PBAP (PhoneBook
Access Profile) ondersteunt, kunt u de volgende
onderdelen op het aanraakpaneel tonen wanneer de
mobiele telefoon is aangesloten.
– Telefoonboek
– Gebelde nummers, ontvangen gesprekken
en gemiste gesprekken (in totaal maximaal 10
gegevens)
Voorbereiding
Installeer en sluit de microfoon vooraf aan. Zie pagina
41 voor meer informatie.
Verbinden
Nadat u voor het eerst een Bluetooth apparaat op dit
toestel heeft aangesloten:
1 Registreer het apparaat door het systeem en het
apparaat te koppelen.
2 Sluit het apparaat aan op het systeem. (Pagina 24)
Registreren van een nieuw Bluetooth
apparaat
Door te koppelen, kan Bluetooth apparatuur met
elkaar communiceren.
• De koppelingsmethode is verschillend afhankelijk
van de Bluetooth versie van het apparaat.
– Voor een apparaat met Bluetooth 2.1:
U kunt het apparaat en het toestel koppelen met
gebruik van SSP (Secure Simple Pairing) waarbij u
uitsluitend hoeft te bevestigen.
– Voor een apparaat met Bluetooth 2.0:
U moet voor het koppelen een PIN-code invoeren
in zowel het apparaat als het toestel.
• Nadat eenmaal een verbinding is gemaakt, blijft
deze in het toestel geregistreerd, ook wanneer u
het toestel terugstelt. U kunt in totaal maximaal 5
apparaten registreren.
• Tegelijkertijd kunnen er slechts twee apparaten voor
"Bluetooth Phone" en één apparaat voor "Bluetooth
Audio" worden verbonden. Wanneer echter "BT
Audio" is geselecteerd als bron, kunt u tot vijf
Bluetooth-audiobronnen aansluiten en schakelen
tussen deze vijf apparaten.
• Voor het gebruik van de Bluetooth functie, moet u de
Bluetooth functie van het apparaat activeren.
NEDERLANDS
23