3
Songs gebruiken
Voor dit instrument verwijst 'song' naar de data waaruit een muziekstuk is opgebouwd.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u songs kunt selecteren en afspelen.
Een song selecteren en beluisteren
1
Druk op de gewenste Songcategorieknop.
De songselectiedisplay wordt weergegeven. Het nummer en de naam van de
geselecteerde song zijn gemarkeerd.
[PRESET]: Hier zijn negen presetsongs beschikbaar.
[USER]: Dit geheugen bevat uw opgenomen songs en songs die van een USB-
flashgeheugen zijn geladen of van een computer zijn overgebracht. Zie pagina 59
voor informatie over het laden van songs.
[USB]: Dit bevat songs in een USB-flashgeheugen dat is aangesloten op de USB TO
DEVICE-aansluiting. Raadpleeg pagina 37 voor meer informatie.
Modus Song en Modus Style
Het instrument heeft twee modi: Song en Style. In de modus Song kunt u songs afspelen, opnemen en
bewerken, en in de modus Style kunt u stijlen afspelen en maken. Druk op de knop [SONG MODE] om tussen
de twee modi te schakelen.
De modus Song heeft de volgende beperkingen:
• Sommige knoppen in het gedeelte Style Control worden Song-gerelateerde knoppen, en andere worden
uitgeschakeld.
• U kunt de knop [ACMP] niet inschakelen.
• Stijlen kunnen niet worden afgespeeld.
2
Selecteer de gewenste song.
Gebruik de draaiknop om de songs in volgorde op te roepen in de categorie die in
stap 1 is geselecteerd.
(aan)
Modus Song
Songselectiedisplay
Geselecteerde song
(uit)
Modus Style
35
Gebruikershandleiding