Eerste inbedrijfstelling/Instelbedrijf
Bij de eerste inbedrijfstelling gelden de volgende basisprincipes:
•
Voer de beschermingsmaatregelen tegen gevaarlijke contactspanningen uit over-
eenkomstig de geldende voorschriften.
•
Het ventiel moet volledig gemonteerd en correct afgesteld zijn. Alle schroefverbin-
dingen moeten stevig vastgedraaid zijn. Alle elektroleidingen moeten correct geïn-
stalleerd zijn.
•
Beveilig reeds aangesloten machineonderdelen op effectieve wijze tegen onopzette-
lijk inschakelen.
•
Smeer alle smeerpunten na.
•
Gebruik de smeermiddelen alleen op vakkundige wijze.
•
Na een ombouw van het ventiel is een nieuwe beoordeling van de resterende
risico's noodzakelijk.
Inbedrijfstelling
Bij de inbedrijfstelling gelden de volgende basisprincipes:
•
Alleen personeel dat daarvoor is gekwalificeerd, mag het ventiel opstellen, monteren
en in bedrijf nemen.
•
Voer alle aansluitingen correct uit.
•
De veiligheidsvoorzieningen van het ventiel moeten volledig aanwezig, werkend en
storingsvrij zijn. Controleer de werking voor aanvang van de werkzaamheden.
•
Bij het inschakelen van het ventiel moeten de gevarenzones ontruimd zijn.
•
Verwijder weggelekte vloeistoffen zonder resten achter te laten.
Bedrijf
Tijdens het bedrijf gelden de volgende basisprincipes:
•
Controleer het ventiel tijdens het bedrijf.
•
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden gewijzigd, gedemonteerd of buiten
bedrijf worden gesteld. Controleer de veiligheidsvoorzieningen in regelmatige inter-
vallen.
•
Alle afdekkingen en kappen moeten zoals bedoeld gemonteerd zijn.
•
De opstellingsplaats van het ventiel moet altijd voldoende geventileerd zijn.
•
Constructiewijzigingen aan het ventiel zijn niet toegestaan. Meld elke verandering
aan het ventiel direct aan de daarvoor verantwoordelijke persoon.
•
De gevarenzones moeten steeds worden vrijgehouden. Plaats geen voorwerpen in
de gevarenzone. Personen mogen de gevarenzone alleen betreden als de machine
energievrij is.
•
Controleer alle noodstopvoorzieningen regelmatig op de correcte werking.
Veiligheid
Instructies voor het veilige bedrijf
13