Werking
Gedrag bij het inschakelen *
In het display worden beurtelings de softwareversie, het type en ten slotte de geschaalde niveaumeet-
waarde weergegeven.
Gedrag bij normaal bedrijf (geen storingen) *
Het display toont de geschaalde niveaumeetwaarde (3-cijferig + 1 decimaal), bijv. 050.3, en zet de informatie
over het vulniveau om in een niveauafhankelijk stroomsignaal van 4 - 20 mA.
De schaal van het meetbereik 0 – 100% is af fabriek op een maximum voor de desbetreffende
elektrodelengte ingesteld. Zodoende zijn reeds direct na de inbouw zinvolle niveaumeetresul-
taten mogelijk.
Aanpassing van het meetbereik bij de inbedrijfstelling (CAL.L, CAL.P of CAL.H)
Het is echter raadzaam om het meetbereik bij de inbedrijfstelling aan het kijkglasniveau aan te passen.
Dit gebeurt met behulp van de parameter CAL.L, CAL.P of CAL.H, zie pagina 40 - 41. Alleen zo
verkrijgt men alle voordelen van een hoge meetwaarderesolutie in het kijkglasbereik.
Gedrag bij fouten *
De fouttoestand of de storing wordt in het display continu weergegeven door middel van een foutcode
zoals E.005. Zie pagina 47 voor meer informatie over de foutcodes.
Bij elke storing wordt 0 mA via de stroomuitgang afgegeven.
Storingen van de elektrode kunnen niet worden bevestigd.
Na verhelping van de storing verdwijnt ook de melding in het display, de niveautransmitter
NRGT 26-2 of NRGT 26-2s keert terug in het normale bedrijf.
* Een gedetailleerde toewijzing van de desbetreffende apparaatstatus, het display en de
status-leds is te vinden in de tabellen vanaf de pagina's 44 - 45.
Parametreren resp. wijzigen van de fabrieksinstellingen.
Indien nodig kunt u de parameters van de elektrode aan de omstandigheden van de installatie aanpassen.
De parameters kunnen worden ingesteld en de fabrieksinstellingen kunnen worden gewijzigd met behulp
van een draaiknop op de aansluitbehuizing, zie pagina 39 e.v.
NRGT 26-2, NRGT 26-2s - Gebruiksaanwijzing - 850220-01
15