Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, "+" (rood) en "–" (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u "SP IMP." op "6ΩMIN" zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de "+" (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de "–" (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op "SML" (of "SMALL") of "NONE" bij "SPEAKER SET"
(zie de bladzijden 72 en 73) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij "LFE/BASS OUT" (zie bladzijde 73).
Voor-luidsprekers (A)
1
A
B
Voor-luidsprekers
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Rechts
2
4
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT
CENTER
3
(B)
Midden-
luidspreker
Subwoofer
Links
5
7
SURROUND
SURROUND BACK
6
Surround achter-
luidspreker
AANSLUITINGEN
13