5 Installatie
5.2.1
Het verbinden van de binnenunit
INFORMATIE
▪ In de schakelbox van de binnenunit wordt de kabel
aangesloten
op
dezelfde
gebruikersinterface is aangesloten. Zie voor meer
informatie de installatiehandleiding van de binnenunit.
▪ De twee draden van de kabel zijn NIET gepolariseerd.
Wanneer deze op de klemmen worden aangesloten, is
hun polariteit NIET van belang.
1 Wanneer de bedrading vanaf de onderzijde wordt ingestoken:
zorg in de behuizing van de LAN-adapter voor trekontlasting
door de kabel langs het aangegeven kabeltraject te leiden.
2 Sluit de klemmen van de binnenunit X5M/1+2 aan op de
klemmen van de LAN-adapter X3A/1+2.
X5M
1
2
5.2.2
Het verbinden van de router
OPMERKING
Om communicatieproblemen vanwege kabelbreuk te
voorkomen,
mag
de
ethernetkabel NIET worden overschreden.
5.2.3
Het verbinden van de elektriciteitsmeter
INFORMATIE
Deze verbinding wordt alleen ondersteund door de LAN-
adapter BRP069A61.
1 Wanneer de bedrading vanaf de onderzijde wordt ingestoken:
zorg in de behuizing van de LAN-adapter voor trekontlasting
door de kabel langs het aangegeven kabeltraject te leiden.
2 Sluit de elektriciteitsmeter aan op de klemmen van de LAN-
adapter X2A/1+2.
Installatiehandleiding
6
klem
als
waarop
X1A
X2A
X3A
X4A
X1A
X2A
X3A
X4A
minimale
buigradius
van
de
S1S
INFORMATIE
Let op de polariteit van de kabel. De positieve draad
MOET worden aangesloten op X2A/1; de negatieve
polariteit op X2A/2.
INFORMATIE
Zorg ervoor dat de elektriciteitsmeter in de juiste richting
wordt aangesloten, zodat deze de juiste energiestroom
meet in overeenstemming met de gewenste toepassing.
5.2.4
Het verbinden van de digitale uitgangen
INFORMATIE
Deze verbinding wordt alleen ondersteund door de LAN-
adapter BRP069A61.
INFORMATIE
Hoe de digitale uitgangen met de X1A moeten worden
verbonden is afhankelijk van de Smart Grid-toepassing. De
verbinding die in onderstaande instructies is beschreven, is
zodat het systeem in de bedrijfsmodus "Aanbevolen AAN"
kan
werken.
referentiehandleiding voor de installateur.
WAARSCHUWING
Er MOET een zekering voor de bedrading die de
detectiespanning levert, worden geïnstalleerd. Vereisten
voor de zekering: nominale stroom 100 mA ~ 6 A (tenzij
anderszins vermeld door de toepasselijke wetgeving).
WAARSCHUWING
Wanneer de bedrading op de klem van de LAN-adapter
X1A wordt aangesloten, zorg er dan voor dat iedere draad
stevig is bevestigd aan de juiste klem. Gebruik een
schroevendraaier voor het openen van de draadklemmen.
de
2
1 Bij het insteken van de bedrading vanaf de onderzijde: zorg
voor trekontlasting door de kabel met een kabelbandje te
bevestigen op de kabelbandjeshouder.
2 Zorg voor detectiespanning aan X1A/N+L.
3 Installeer
een
detectiespanning levert.
X1A
1
X2A
2
X3A
X4A
Voor
meer
informatie,
1
3
zekering
voor
de
bedrading
BRP069A61+BRP069A62
Daikin Altherma LAN-adapter
4P463935-1A – 2016.10
zie
de
die
de