Gebruikershandleiding
6. Controleer het afgedrukte patroon goed en voer vervolgens een van de onderstaande opties uit, afhankelijk
van de afdrukresultaten.
❏ A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
❏ B of gelijkend op B: reinig de printkop.
Reinig de printkop als enkele spuitkanaaltjes verstopt zijn. Zie de onderstaande gerelateerde informatie
voor meer details.
❏ C of gelijkend op C: voer extra sterke reiniging uit op de printkop.
Voer extra sterke reiniging uit als de meeste lijnen onderbroken zijn of ontbreken. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor meer details.
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 35
&
"Printkop reinigen — (Printkop reinigen)" op pagina 79
&
"Extra sterke reiniging uitvoeren op de printkop — (Krachtige reiniging)" op pagina 81
&
Printkop reinigen — (Printkop reinigen)
Wanneer op afdrukken vage plekken of strepen verschijnen, zijn de spuitkanaaltjes verstopt. Wanneer de
afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt
zitten en om de printkop te reinigen. Zie de bijbehorende informatie hieronder voor details over het uitvoeren van
de spuitkanaaltjescontrole.
De printer onderhouden
79