Configuratie
Inleiding
Voer de volgende handelingen uit VOORDAT u het instrument aanzet.
Spanningsvereisten
Hoewel het instrument zowel via een optionele netadapter als via batterijen kan worden gevoed, beveelt Yamaha het
gebruik van een netadapter aan wanneer dat mogelijk is. Gebruik van een netadapter is milieuvriendelijker dan
batterijen.
Een netadapter gebruiken
1 Zorg ervoor dat de [
van het instrument is uitgeschakeld (de verlichte
display staat uit).
WAARSCHUWING
• Gebruik de aangegeven adapter (pagina 68). Gebruik van
andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging
van zowel de adapter als het instrument.
2 Sluit de netadapter aan op de voedingsaansluiting.
3 Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
LET OP
• Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweer of als u
het instrument niet gebruikt.
2
Netadapter
Batterijen gebruiken
1 Open het batterijcompartimentklepje aan de
onderkant van het instrument.
2 Plaats zes nieuwe alkalinebatterijen en let daarbij
goed op de polariteitsaanduidingen (+/-) aan de
binnenzijde van het compartiment.
3 Plaats het klepje terug en let erop dat het goed
vastklikt.
LET OP
• Sluit de netadapter nooit aan en koppel deze nooit los
wanneer de batterijen in het instrument zijn geplaatst en het
instrument aan staat. Als u dit wel doet, wordt het instrument
uitgeschakeld. Hierdoor kunnen bij het overbrengen of
opnemen van data de data die op dat moment worden
overgebracht en de data die zich op het moment in de
overdrachtsbestemming bevinden, verloren gaan.
8
PSR-E333/YPT-330 Gebruikershandleiding
] (Standby/On)-schakelaar
3
Stopcontact
Voor werking op batterijen heeft het instrument zes
batterijen van 1,5 V (AA, LR6 of equivalent) nodig.
(Alkalinebatterijen worden aanbevolen.) Als de
batterijspanning te laag wordt voor een betrouwbare
werking, kan het volume teruglopen, het geluid vervormd
klinken of kunnen er zich andere problemen voordoen. Als
dit gebeurt moet u alle batterijen vervangen. Neem hierbij
de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Zorg er indien nodig ook voor dat u alle belangrijke
gebruikersdata opslaat (zie pagina 45), aangezien alle
aangepaste paneelinstellingen verloren gaan als de
batterijen worden verwijderd.
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting worden
geïnstalleerd, waarbij de juiste polariteit wordt gehandhaafd
(zoals aangegeven). Foutieve plaatsing van de batterijen kan
resulteren in brand en/of het lekken van corrosieve chemicaliën.
• Als de batterijen leeg raken, vervangt u deze door een complete
set (6) nieuwe batterijen. Gebruik NOOIT oude en nieuwe
batterijen door elkaar. Gebruik geen verschillende soorten
batterijen (bijvoorbeeld alkaline en mangaan) door elkaar.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een
langere periode niet gebruikt, om mogelijke schade door lekken
van de batterijen te voorkomen.
LET OP
• Gebruik alkalinebatterijen voor dit instrument. Andere soorten
batterijen (waaronder oplaadbare batterijen) kunnen plotselinge
spanningsdalingen hebben als de batterijen leeg raken, hetgeen kan
resulteren in het verloren gaan van de data in het flashgeheugen.
• Gebruik de netadapter als u data overbrengt naar het
flashgeheugen. Batterijen (ook oplaadbare typen) kunnen snel leeg
raken door dergelijke handelingen. Wanneer de batterijen leeg raken
tijdens de overdracht van data, gaan zowel de data die worden
overgebracht als de data in de overdrachtsbestemming verloren.