APPENDIX
PAPIERSPECIFICATIES
Deze printer is zodanig ontworpen dat hij met de meeste soorten xerografisch
papier en briefpapier kan werken. Bij sommige papiersoorten kan de
printkwaliteit echter wat minder zijn, of kan de printer minder betrouwbaar
werken. Om u te verzekeren van een optimale afdruk is het raadzaam om
altijd eerst een testafdruk te maken op het papier dat u wilt gebruiken.
Hieronder staan een aantal punten die u helpen de juiste papiersoort te
kiezen:
1.
Vertel uw leverancier dat het papier of de enveloppen in een laserprinter
gebruikt zullen worden.
2.
De inkt op voorgedrukt papier moet bestendig zijn tegen de temperatuur
van het fixeerproces in de printer (200° C).
3.
Het gebruik van papier waarin katoen is verwerkt, papier met een ruw
oppervlak zoals geribbeld of gevergeerd papier, of papier dat gerimpeld
of verkreukt is, komt de werking van de printer niet ten goede, en de
afdrukkwaliteit laat bij dergelijk papier te wensen over.
Opmerking
De fabrikant waarborgt het gebruik van enige papiersoorten niet. De
gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het
papier dat in de printer gebruikt wordt.
Papiersoorten die niet gebruikt moeten worden
Sommige soorten papier zijn minder geschikt voor deze printer, of kunnen de
printer beschadigen.
Onderstaande papiersoorten moeten worden vermeden:
1.
Ruw of grof papier.
2.
Glad of glanzend papier.
3.
Gecoat papier of papier dat met chemicaliën is afgewerkt.
4.
Beschadigd, gekreukt of voorgevouwen papier.
5.
Papier dat zwaarder is dan het in de handleiding maximaal aanbevolen
gewicht.
6.
Papier met lipjes of nietjes.
7.
Briefhoofden waar gebruik is gemaakt van lage-temperatuur verf of
thermografie.
8.
Meerdelig papier of papier zonder koolstof.
A-6