4.2. Aansluiting van het hydraulische deel
Gebruik bij het gebruik van een buis de juiste diameter voor de pompuitlaat.
De afvoerbuis moet zo worden gelegd dat deze niet over de hele lengte knikt. Het
WAARSCHUWING
gebruik van een buis met een kleinere diameter en langere lengte zal de
pompparameters aanzienlijk verminderen. De pompuitlaat kan ook worden aangesloten met een
stijve buis.
WAARSCHUWING
De pomp mag niet drooglopen!
Het is verboden de vlotterpijp na afstelling kleiner te maken dan 8 cm (afstand
WAARSCHUWING
tussen vlotter en handgreep). Als deze voorwaarde niet wordt nageleefd, zal het
vlotterkoord scheuren en valt er geen reparatie onder de garantie.
De pompen moeten volledig ondergedompeld zijn. Kortstondig gebruik (max. 5 min) met onvolledige
onderdompeling voor de uiteindelijke lediging van de tank is toegestaan. Het is verboden
vloeistoffen te verpompen bij een temperatuur boven 35 °C.
4.3. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door bevoegde personen en in
overeenstemming met de toepasselijke voorschriften.
De pomp kan alleen worden aangesloten op een goed geaard netwerk
De groen/ gele geïsoleerde geleider is een aardgeleider. De fabrikant is niet aansprakelijk
voor enige schade aan personen of zaken veroorzaakt door het ontbreken van aarding.
De pompmotor moet worden beschermd door een aardlekschakelaar met In niet groter dan
30mA