Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MIDI instellingen

Toetsenbordkanaal
Deze parameter bepaalt het kanaal dat wordt gebruikt
wanneer keyboardprestatie-informatie wordt verstuurd van
dit digitale keyboard naar een computer. Zie voor
bijzonderheden over het configureren van deze instelling
"Gebruik van de FUNCTION toets (3)" (pagina NL-4).
Navigatiekanalen
Deze parameter kan worden gebruikt om enkel de noten te
tonen van bepaalde kanalen (gedeelten) als begeleidende
scherminformatie afkomstig uit de uitvoeringsinformatie die
door een computer is verzonden. Deze kanalen worden
navigatiekanalen genoemd.
Van de 16 beschikbare kanalen (nummer 01 tot en met 16)
kunnen elke twee naburige kanalen (zoals 05 en 06) als
navigatiekanalen worden bepaald.
Zie voor bijzonderheden over het configureren van deze
instelling "Gebruik van de FUNCTION toets (3)" (pagina
NL-4).
■ Schakel het geluid van het navigatiekanaal uit en
speel het gedeelte op het toetsenbord
U kunt het geluid van één van beide of van beide
navigatiekanalen uitschakelen en het weggevallen gedeelte
zelf op het toetsenbord spelen.
1.
Druk op bm PART SELECT om de kanaalinstelling
te selecteren die u wilt uitschakelen.
Telkens bij het indrukken van bm PART SELECT wordt
naar de hieronder getoonde instellingen in de volgorde
(1) tot en met (4) gegaan.
• Als u één kanaal uitschakelt, kunt u het weggevallen
gedeelte op het toetsenbord spelen met dezelfde toon
als bij het kanaal dat u uitgeschakeld had. Als u beide
kanalen uitschakelt (optie (3)) dan zal wat u op het
keyboard speelt weergegeven worden met de toon
van het (R) navigatiekanaal.
• Handafbeeldingen die de gekozen kanalen tonen
verschijnen op de display.
Navigatiekanaal
Geluid
(1) Alleen R getoond
(2) Alleen L getoond
(3) LR getoond
(4) LR niet getoond
(L)
(R)
Navigatiekanaal
Scherm-
infor-
Geluid
matie
×
×
×
×
×
Lokale besturing
Deze parameter kan worden gebruikt wanneer een externe
geluidsbron wordt gebruikt voor het spelen van digitale
keyboardnoten om te bepalen dat de noten niet door het
digitale keyboard moeten worden weergegeven.
Zie voor bijzonderheden over het configureren van deze
instelling "Gebruik van de FUNCTION toets (3)" (pagina
NL-4).
Begeleidingsgeluidsweergave
Deze parameter bepaalt of al dan niet automatische
begeleidinggegevens moeten worden verstuurd.
Zie voor bijzonderheden over het configureren van deze
instelling "Gebruik van de FUNCTION toets (3)" (pagina
NL-4).
Scherm-
infor-
matie
×
Aansluiting van externe toestellen
NL-23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave