Beoordeling van de meetwaarden
Om er zeker van te zijn dat de gemeten isolatieweerstand niet te laag is, moet er met de
meetfout van het testinstrument rekening gehouden worden. In de onderstaande tabel kan
de minimale waarde van de isolatieweerstand bepaald worden waarbij met de maximale
gebruikersfout (bij nominale omgevingsomstandigheden) rekening wordt gehouden, om niet
onder de norm van de vereiste grenswaarden (DIN VDE 0413 deel 1) te komen. Tussenwaar-
den dienen geïnterpoleerd te worden.
Meetbereik 2 MΩ *
Grenswaarde / MΩ
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
®
* alleen METRATESTER
4
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Minimum aanwijswaarde / MΩ
0,11
0,22
0,33
0,44
0,55
0,66
0,77
0,88
0,99
1,10
1,21
1,32
1,43
1,54
1,65
1,76
1,87
1,98
Meetbereik 20 MΩ
Grenswaarde / MΩ
Minimum aanwijswaarde / MΩ
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
1,1
2,2
3,3
4,4
5,5
6,6
7,7
8,8
9,9
11,0
12,1
13,2
14,3
15,4
16,5
17,6
18,7
19,8
15