D
Voer het pad naar de bestemmingsmap in en druk vervolgens op de toets
{OK}.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een pad waarin de mapnaam "user" en
de computernaam "desk01": is \\desk01\user
In plaats van de bestemming op te geven aan de hand van de computernaam,
kunt u ook het IPv4-adres opgeven.
E
Voer een gebruikersnaam in om op de clientcomputer in te loggen en druk
vervolgens op de toets {OK}.
F
Voer het wachtwoord in om op de clientcomputer in te loggen en druk ver-
volgens op de toets {OK}.
Het scherm voor het bevestigen van de bestemming wordt weergegeven.
G
Druk op [Com.Tst].
De verbinding wordt nu getest.
H
De testresultaten worden weergegeven. Druk op [Afsluit.].
scan-to-folderbestemmingen opgeven
2
61