4. Sluit het doseerbakje voor het wasmiddel.
Vloeibaar wasmiddel vullen
1. Plaats het juiste vakje voor vloeibaar
wasmiddel.
2. Giet het vloeibare wasmiddel in het vakje
.
3. Sluit het doseerbakje voor het wasmiddel.
13.4 Bleekmiddel
Als alternatief is het ook mogelijk om een
bleekmiddel te gebruiken in het vak
de programma's voor wit katoen.
Ga als volgt te werk:
1. Doe het bleekmiddel in het vakje
Overschrijd niet de markering «MAX» in de
wasmiddellade.
2. Voer een programma uit voor wit katoen.
3. Voer aan het einde van het programma
het spoelprogramma of een programma
met de spoeloptie uit. Gebruik indien
gewenst een wasverzachter.
Dit helpt om eventuele bleekresten te
verwijderen.
Giet nooit tegelijkertijd bleekmiddel en
wasverzachter in het vak.
13.5 Een programma kiezen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende controlelampje gaat
branden.
Het controlelampje van de knop Start/Pauze
knippert.
Het display toont een indicatieve
programmaduur, de maximale aangegeven
lading voor het ingestelde programma
(slechts voor een paar seconden), de
standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
wasfaseaanduidingen (indien beschikbaar).
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je de
bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in
door de desbetreffende knoppen aan te
raken. De bijhorende aanduidingen gaan
vervolgens aan in het display en de
aangegeven informatie wijzigt.
Als een keuze niet mogelijk is, gaat het
controlelampje niet aan en klinkt er een
geluidssignaal.
13.6 Een programma starten
Raak de Start/Pauze
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
met
Op het display begint het indicatielampje van
de werkingsfase te knipperen.
.
toets aan om het
NEDERLANDS
37