Onderaanzicht
8
7
1
batterijoplaadmeter/
gezondheidscontrole
4
borgschroef apparaat
(indien aanwezig)
7
ventilatieopeningen
B A T T E R I J O P L A A D M E T E R
/
controleren" op pagina 34).
B A T T E R I J
— Wanneer er een batterij is geïnstalleerd, kunt u de computer gebruiken zonder dat u deze op een
stopcontact hoeft aan te sluiten (zie "Batterijen gebruiken" op pagina 33).
O N T G R E N D E L I N G S S C H U I F J E S V A N B A T T E R I J C O M P A R T I M E N T
op pagina 38 voor instructies).
B O R G S C H R O E F A P P A R A A T
C O N N E C T O R K O P P E L A P P A R A A T
documentatie bij het koppelapparaat voor meer informatie over het loskoppelen.
K A P J E G E H E U G E N M O D U L E
(zie "Geheugen" op pagina 123).
9
2
batterij
5
kapje geheugenmodule
8
vaste schijf
G E Z O N D H E I D S C O N T R O L E
— Indien aanwezig houdt deze schroef apparaten, zoals een optische schijf, op hun plaats.
— Hiermee bevestigt u de computer aan een koppelapparaat. Raadpleeg de
— Bedekt het deel met de tweede connector van de geheugenmodule (DIMM B)
1
2
6
5
— Biedt informatie over de batterijlading (zie "De batterijlading
— Ontgrendelt de batterij (zie "De batterij vervangen"
3
4
3
ontgrendelingsschuifjes van
batterijcompartiment (2)
6
connector koppelapparaat
9
schroeven van vaste schijf (2)
Over de computer
27