LET OP!
Het gebruik van het apparaat zonder gerechten in de
binnenruimte leidt tot overbelasting.
▶
Start nooit de magnetron zonder dat er zich etens-
waar in de binnenruimte bevindt. Alleen een korte
serviestest vormt hierop een uitzondering.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderde-
len heet.
▶
De hete onderdelen nooit aanraken.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1.
De lege vorm in de binnenruimte plaatsen.
2.
Het apparaat gedurende ½ - 1 minuut instellen op
de maximale vermogensstand.
3.
In werking stellen.
4.
De vorm meerdere keren controleren:
Wanneer de vorm koud of handwarm blijft, dan is
‒
deze geschikt voor de magnetron.
Wanneer de vorm heet wordt of als r vonken ont-
‒
staan, dan de serviestest afbreken. De vorm is
dan niet geschikt voor de magnetron.
12.2 Instelmogelijkheden met magnetron
De magnetron kunt u alleen of gecombineerd met een
andere functie gebruiken.
Pure magnetronfunctie
Alleen de elektromagnetische golven van de magne-
tron genereren energie, welke bijv in levensmiddelen in
warmte omgezet kunnen worden.
Om condens te vermijden, schakelt bij de magnetron-
vermogens 600 watt en "Boost" het apparaat automa-
tisch een verwarmingselement in. De binnenruimte en
het toebehoren worden heet. Het bereidingsresultaat
wordt hierdoor niet beïnvloed.
Deze automatische droogfunctie kunt u in de basisin-
stellingen uitschakelen.
→ "Basisinstellingen", Pagina 30
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De droogfunctie bij de hoogste standen bij de magne-
tronfunctie schakelt automatisch een verwarmingsele-
ment bij en verhit de binnenruimte.
▶
Raak nooit de hete oppervlakken in de binnenruimte
of de verwarmingselementen aan.
▶
Houd kinderen uit de buurt.
Bijgeschakelde magnetron
Door de bijgeschakelde magnetron bij een functie ver-
kort de bereidingsduur van gerechten.
U kunt de magnetron met de volgende functies
combineren:
¡ Verwarmingsmethoden → Pagina 17
– 4D hetelucht
– Boven- en onderwarmte
– Circulatiegrillen
– Grill, groot
– Grill, klein
¡ → "Gerechten", Pagina 27
¡ → "Kerntemperatuurmeter", Pagina 24
¡ → "Ventilatiefunctie 'Knapperig'", Pagina 24
Mogelijke magnetronvermogens in combinatie met een
functie zijn:
¡ 90 watt
¡ 180 watt
¡ 360 watt
12.3 Magnetron instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡ → "Veiligheid", Pagina 2
¡ → "Materiële schade vermijden", Pagina 8
¡ → "Magnetronvermogen", Pagina 13
¡ → "Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina 22
1.
Druk op "Magnetron".
Of direct met de toets
‒
ren.
2.
Druk op het gewenste magnetronvermogen.
3.
Druk op "Tijdsduur".
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijds-
duur nodig.
4.
Druk om de vooringestelde tijdsduur te wijzigen op
de betreffende tijdswaarde, bijv. minutenaanwijzing
"min" of secondenaanwijzing "s".
a De geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
5.
Stel de tijdsduur in via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke
Reset indien nodig de instelwaarde met
6.
Start de werking met "Start".
a De magnetron start en de tijdsduur loopt af. Bij het
maximale magnetronvermogen "Boost" geeft het
display de vermogensreductie aan.
→ "Magnetronvermogen", Pagina 13
a Wanneer de tijdsduur is verstreken klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing dat de werking is beëindigd.
7.
Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
8.
Als u de droogfunctie voor de magnetron in de ba-
sisinstellingen hebt uitgeschakeld en zich in de bin-
nenruimte condens heeft gevormd, dan de binnen-
ruimte drogen.
→ "Droogfunctie", Pagina 38
Opmerking: Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens
het gebruik, wordt de werking stopgezet. Als u de ap-
paraatdeur sluit, moet u de werking voortzetten. Heeft u
de basisinstelling hiervoor gewijzigd, zorg er dan voor
dat de magnetron niet verder loopt terwijl hij leeg is.
→ "Basisinstellingen", Pagina 30
Magnetron nl
de magnetron selecte-
veld.
.
wanneer het ge-
23