Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bezorging En Verwerking; Transport; Montage - Metro Therm L6.1 Split Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2 Bezorging en verwerking

Transport

De L6.1 Split / L10.1 Split moet verticaal worden ge-
transporteerd en opge- slagen.
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat de warmtepomp niet kan kantelen ti-
jdens transport.
Controleer of L6.1 Split / L10.1 Split tijdens transport
niet is beschadigd.
VAN DE STRAAT HEFFEN OM OP DE LO-
CATIE OP TE STELLEN.
Als het oppervlak dit toestaat, is het het eenvoudig-
ste om een palletwagen te gebruiken om de warmte-
pomp naar de opstelruimte te verplaatsen.
Als de warmtepomp over een zachte ondergrond
moet worden vervoerd, zoals een gazon, raden wij
aan om een kraanwagen te gebruiken die het product
direct tot op de definitieve locatie kan tillen. Als de
warmtepomp met een kraan geheven wordt, moet de
verpakking goed intact zijn.
Als er geen kraanwagen kan worden gebruikt, kan
de warmtepomp worden verplaatst met een lange
steekwagen. De warmtepomp moet worden vastge-
pakt vanaf de zwaarste kant en er zijn twee mensen
voor nodig om hem op te tillen.
TIL HET PRODUCT VAN DE PALLET OP
NAAR DE DEFINITIEVE POSITIE
Verwijder de verpakking en de bevestigingsband naar
de pallet voor het tillen.
Plaats hijsbanden rond alle poten. Geadviseerd wordt
om het tillen van de pallet naar de basis met twee
mensen te doen.
AFDANKEN
Haal bij het afdanken de warmtepomp in de omgeke-
erde volgorde uit elkaar. Til in dat geval niet op bij de
pallet, maar bij de bodemplaat!
L6.1 Split
L10.1 Split

Montage

Plaats de warmtepomp op een geschikte plek
buitenshuis om absoluut te voorkomen dat het
koudemiddel bij lekkage naar binnen kan lopen
via ventilatieopeningen, deuren of andere ope-
ningen. Ook moet er geen gevaar bestaan voor
letsel of schade op andere manieren.
Als de warmtepomp wordt geplaatst op een lo-
catie waar weglekkend koudemiddel zich zou
kunnen ophopen, bij- voorbeeld onder het grond-
niveau (in een verlaging of uit- sparing), moet de
installatie voldoen aan dezelfde eisen als voor
gasdetectie en de ventilatie van machinekamers.
Waar van toepassing moeten de eisen met be-
trekking tot ontstekingsbronnen worden aange-
houden.
Plaats de L6.1 Split / L10.1 Split buiten op een
stevige, vlakke ondergrond die bestand is tegen
het gewicht, bij voorkeur een beton- nen onder-
grond. Als er betonnen platen worden gebruikt,
moeten deze gelegd zijn op asfalt of grind.
De onderste rand van de verdamper mag niet la-
ger liggen dan de gemiddelde sneeuwdiepte ter
plekke of minimaal 300 mm boven de grond. De
basis moet minimaal 70 mm groot zijn.
De L6.1 Split / L10.1 Split mag niet worden ge-
plaatst in de buurt van geluidsgevoelige muren,
bijv. naast een slaapkamer.
Zorg er ook voor dat de plaatsing geen overlast
oplevert voor de buren.
De L6.1 Split / L10.1 Split mag niet zo worden
geplaatst dat recirculatie van de buitenlucht mo-
gelijk is. Recirculatie zorgt voor minder vermogen
en een verslechterde efficiëntie.
De verdamper moet worden afgeschermd tegen
recht- streekse wind / , aangezien dit een nega-
tieve invloed op de ontdooifunctie heeft. Plaats
de L6.1 Split / L10.1 Split tegen de ver- damper
op een plaats die is afgeschermd tegen de wind.
Door ontdooiing kunnen grote hoeveelheden
condens en smeltwater worden geproduceerd.
Condens moet via een afvoer of iets vergelijk-
baars worden weggevoerd (zie hoofdstuk "Con-
denswater").
Wees bij de installatie voorzichtig, zodat u geen
krassen veroorzaakt op de warmtepomp.
Hoofdstuk 2 |
Bezorging en verwerking
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

L10.1 split

Inhoudsopgave