Gebruiken van de optreden modus
7
3.
Druk op
EDIT.
Hierdoor wordt het bovenste scherm getoond van de optredenbewerkingslijst.
4.
Selecteer items en verander instellingen op het scherm d.m.v. dezelfde procedures als voor het
selecteren van een toon.
• Zie "Bewerkbare Optreden Parameterlijst" op pagina D-73 voor details aangaande het bewerken.
7
5.
Druk op
EDIT nadat u klaar bent met uw bewerkingen.
Hierdoor wordt de bewerkingslijst verlaten.
7
6.
Druk op
WRITE en sla dan uw bewerkte optreden op als een gebruikersoptreden.
• Zie voor informatie over hoe gebruikersdata opgeslagen kunnen worden de procedure voor het opslaan van
gebruikerstoondata (pagina D-12).
■ Opslaan van gebruikersoptredendata naar externe apparatuur
• Geheugenkaart (pagina D-86)
• Computer (pagina D-92)
Oproepen van een optreden
7
1.
Druk op
PERFORM.
De toets gaat branden en Optreden modus wordt ingeschakeld bij de Synthesizer.
2.
Selecteer een Optreden bank en nummer d.m.v. dezelfde procedure als voor het selecteren van een
arpeggio (pagina D-40).
Hierdoor wordt de inhoud van het geselecteerde optreden opgeroepen.
• De inhoud van opgeroepen optredens is hetzelfde als beschreven in "Bewerkbare Optreden Parameterlijst" in het volgende
hoofdstuk van deze gebruiksaanwijzing.
• Hier kunt u een optredenfilter configureren om bepaalde instellingen (Sequencer, arpeggio, etc.) weg te laten die onderdeel
uitmaken van opgeroepen optredendata. Druk op
"PrfrmFilter >Ent" hieronder om de groep in te voeren en de optreden filterinstellingen te configureren.
Optredenfilterinstellinglijst
Display
PrfrmFilter >Ent
Optredenfilter
Stappensequencer aan/uit. Door deze instelling in te schakelen worden de stappensequenceritems
Step Seq
uitgefilterd in de sequencerparametergroep van de bewerkbare optreden parameterlijst (pagina
D-73).
Arpeggio aan/uit. Door deze instelling in te schakelen worden de Arpeggio items uitgefilterd in de
Arpeggio
sequencerparametergroep van de bewerkbare optreden parameterlijst (pagina D-73).
Frase aan/uit. Door deze instelling in te schakelen worden de frasesequenceritems uitgefilterd in de
Phrase
sequencerparametergroep van de bewerkbare optreden parameterlijst (pagina D-73).
Tempo aan/uit. Door deze instelling in te schakelen worden de Tempo instellingen uitgefilterd in de
Tempo
sequencerparametergroep van de bewerkbare optreden parameterlijst (pagina D-73).
Systeemnagalm. Door deze instelling in te schakelen worden de nagalmitems uitgefilterd in de
Sys Rev
effectparametergroep van de bewerkbare optreden parameterlijst (pagina D-73).
D-72
Zone 1 - 4 aan/uit en toetsenbordbereik instellingen
br
MENU om het optredenmenu te tonen. Selecteer vervolgens
Omschrijving
Instellingen
Off, On
Off, On
Off, On
Off, On
Off, On