er kunnen ook meerdere foutcodes aanwezig zijn. Deze verschijnen als aan het
stelwiel wordt gedraaid.
U wordt verzocht om alle getoonde foutcodes, het serienummer en de configura-
tie van het lasapparaat te noteren en met een gedetailleerde foutbeschrijving
contact op te nemen met de servicedienst.
E01 - E03 / E11 / E15 / E21 / E33 - E35 / E37 - E40 / E42 - E44 / E46 - E52
Oorzaak:
Fout in vermogensdeel
Oplossing:
Contact opnemen met de servicedienst
E04
Oorzaak:
Nullastspanning wordt niet behaald:
Elektrode ligt op het werkstuk / hardware-fout
Oplossing:
Elektrodehouder van het werkstuk halen. Neem contact op met de
servicedienst als de servicecode blijvend wordt weergegeven
E05 / E06 / E12
Oorzaak:
Systeemstart mislukt
Oplossing:
Apparaat uit- en inschakelen. Neem contact op met de servicedienst
als het probleem blijft bestaan
E10
Oorzaak:
Overspanning stroombus (> 113V
Oplossing:
Contact opnemen met de servicedienst
E16 / E17
Oorzaak:
Opslagfout
Oplossing:
Contact opnemen met de servicedienst / het instelwieltje indrukken
om de servicemelding af te sluiten
OPMERKING!
Bij standaard apparaatvarianten heeft het afsluiten van de servicemelding geen
invloed op de functie-omvang van het lasapparaat.
Bij alle andere apparaatvarianten (TIG, ...) is de functie-omvang van het lasappa-
raat na het afsluiten van de melding slechts beperkt - neem contact op met de
servicedienst om de volledige functie-omvang weer te kunnen gebruiken.
E19
Oorzaak:
Te hoge of te lage temperatuur
Oplossing:
Apparaat bij toegestane omgevingstemperaturen gebruiken. Voor
meer informatie over omgevingsvoorwaarden zie 'Omgevingsvoor-
waarden' in de paragraaf 'Veiligheidsvoorschriften'
E20
Oorzaak:
gebruik van het apparaat niet overeenkomstig de bedoeling
Oplossing:
Het apparaat overeenkomstig de bedoeling gebruiken
E22
Oorzaak:
Ingestelde lasstroom te hoog
Oplossing:
Controleren of het lasapparaat met de juiste netspanning wordt ge-
bruikt; controleren of de juiste zekering is ingesteld; lagere lasstroom
instellen
)
DC
49