5.3
Elektrische aansluitingen
5.3.1
Aanbevelingen
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
Leg het apparaat aan de aarde vóór het maken van elektrische verbindingen.
Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een omnipolige schakelaar met een contactopeningsafstand van 3
mm of meer.
Respecteer de polariteiten bij elektrische aansluitingen op het stroomnet.
Gevaar
Plaats de verschillende elektrische kabels zodanig dat deze nooit de verwarmingsleidingen aanraken.
Zorg dat de verschillende elektrische kabels ver genoeg van de verwarmingsleidingen verwijderd blijven zodat ze
niet beschadigd kunnen raken door de hitte.
5.3.2
Voeding
Netvoeding
Opgelet
Volg de polariteitsaanduidingen op het klemmenbord: fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider (
5.3.3
Aanbevolen kabeldoorsnede
Kies de kabel in overeenstemming met de volgende informatie::
Afstand tussen het apparaat en de aansluiting op het stroomnet.
Stroomopwaartse zekering.
Exploitatiemodus van de nulleider.
Tab.2
Specificaties van de voedingskabel en de stroomvoorziening
Kabeldoorsnede
Kromme C (groepschakelaar)
Differentieel
7685212 - v04 - 10122021
230 V AC/50 Hz
3 x 1,5 mm²
10 A
30 mA
DIEMATIC Evolution - Elidens PGC
5 Installatie
)
15