4 Over de unit
4
Over de unit
WAARSCHUWING:
MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
4.1
Systeemlay-out
a
Voordeksel
b
Servicedeksel
c
Dicht de spleet van de buisopening af met stopverf
d
Koelmiddelleiding, afvoerslang en kabel tussen de units
e
Intelligent eye sensor
f
Isolatietape
g
Luchtfilters
4.2
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Bedrijfsstand
(a)(b)
Koelen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C droge bol
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C droge bol
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
(a)
Verwarmen
▪ Buitentemperatuur: –15~24°C droge bol
▪ Binnentemperatuur: 10~30°C droge bol
(a)
Drogen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C droge bol
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C droge bol
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen als de unit buiten het
bedrijfsbereik wordt gebruikt.
(b)
Condensatie en druppelend water kunnen voorkomen als de unit
buiten het bedrijfsbereik wordt gebruikt.
5
Installatie van de unit
5.1
Installatieplaats voorbereiden
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten
overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de
geldende
wetgeving
gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Stel het toestel zo op dat mechanische schade wordt
voorkomen
en
in
ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals
open vuur, een gastoestel of elektrische verwarming die
aanstaat enz.).
Montagehandleiding
6
MATIG
ONTVLAMBAAR
a
b
c
d
e
f
g
Werkingsbereik
(bijvoorbeeld
de
nationale
een
kamer
waar
er
geen
5.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
▪ Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd
wordt.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan
30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of
wanneer er verse lucht in de muur wordt geleid, is er extra isolatie
nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).
▪ Muursterkte. Controleer of de muur of de vloer sterk genoeg is
om het gewicht van de unit te dragen. Als er een risico is,
verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te installeren.
▪ Afstand. Installeer de unit op minstens 1,8 m van de vloer en
houd rekening met de volgende vereisten inzake afstand tot de
muur en het plafond:
≥50
5.1.2
Bijkomende vereisten inzake de
installatieplaats van de buitenunit in
koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat
de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
In streken met heftige sneeuwval is het belangrijk om een
installatieplaats te selecteren waar de sneeuw GEEN invloed heeft
op de unit. Wanneer de sneeuw zijwaarts kan vallen, zorg ervoor dat
de spoel van de warmtewisselaar NIET door de sneeuw gehinderd
kan worden. Indien nodig, monteer een afdakje tegen de sneeuw en
een voetstukje.
5.2
Binnenunit openen
5.2.1
Voorpaneel verwijderen
1 Houd het voorpaneel vast aan de paneeltabs aan weerszijden
en open het paneel.
a
Paneeltabs
2 Schuif het voorpaneel naar links of naar rechts en trek het naar
u toe om het te verwijderen.
Gevolg: De as van het voorpaneel komt aan 1 kant los.
3 Maak de as van het voorpaneel aan de andere kant op dezelfde
manier los.
≥50
(mm)
a
FTXF20~35C5V1B
Daikin kamerairconditioners
3P519299-9V – 2020.08