Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Siemens FC72 Series Handleiding pagina 175

Verberg thumbnails Zie ook voor FC72 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Begrip
Definitie
O
Ongewenst/onecht
Ongewenste brandmelding: melding door de aanwezigheid van op brand lijkende
alarm
verschijnselen, die niet het gevolg zijn van een brand. Onechte brandmelding: melding die niet
het gevolg is van een brand, of op brand lijkende verschijnselen
Ongewenste/onechte
Ongewenste brandmelding: melding door de aanwezigheid van op brand lijkende
brandmelding
verschijnselen, die niet het gevolg zijn van een brand. Onechte brandmelding: melding die niet
het gevolg is van een brand, of op brand lijkende verschijnselen
Ontruiming
De gecontroleerde ontruiming van een in gevaar zijnd gedeelte van een gebouw.
Ontvangeenheid
Bouwgroep voor ontvangen
ontvangstantenne
Mechanische deel van een ontvanger, die het radiosignaal ontvangt
Oorzaak
De reden waarom een sturing is geactiveerd → Effect
Opbouw
Een montagemethodiek waarbij het apparaat direct tegen de wand gemonteerd wordt. → inbouw
Optische indicatie
Het algemene begrip voor een simpele, optische signalering. Deze is meestal uitgevoerd als
lamp of LED.
P
Parameterset
Gedefinieerd gedrag van melder m.b.t. gevoeligheid, weerstand tegen omgevingsinvloeden,
reactietijd. Moderne melders kunnen met verschillende parametersets werken.
Peripheriebus
De interne bus van de → brandmeldcentrale of bedienterminal.
Bedieningspaneel
Het overzicht van bedienings- en uitleeselementen.
PMI
Afkorting voor → Person Machine Interface
PMI & Moederboard
Een printplaat met interfacemodulen voor terminalopties, ethernetaansluiting, netwerkmodule
SAFEDLINK en peripheriebus naar het peripherieboard.
Pre-configuratie
Een gedeeltelijk voorbereide configuratie van de → hardwarestructuur, → melderstructuur en →
sturingenstructuur → voordat de brandmeldcentrale inbedrijfgesteld is.
R
radio gedeelte
component of deel van een componet dat een zender/ontvanger bezit
Radioafbakening
Plaatselijke afbakening waarin een radioverbinding mogelijk is.
radiocel
Plaatselijke indeling van zenders/ontvangers (b.v. radiogateways), zodat met de andere
zender/ontvanger (b.v. draadloze melder) via radiosignaal een verbinding mogelijk is
radiocel overlapping
Twee naastliggende radiocellen overlappen zich (hebben een gemeenschappelijke
signaalafdekking))
Radiodemping
Afzwakking van een radiosignaal
radiogateway
Interface tussen melderlusprotocol en radiosignalen
radiokanaal
Bepaalde radiofrequentie voor het zenden/ontvangen
radiomodule
Bouwgroep voor zenden/ontvangen
radiosignaal
Van een radiozender verzonden signaal
Radiosignaaluitbreiding
Specifieke verdeling van het radiosignaal in een ruimte, b.v. een gebouw
radiosingaalbereik
Maximale afstand tussen zender enn ontvanger waarbij nog signaaloverdracht mogelijk is
Radioverbinding
Zender en ontvanger kunnen via radiosignaal communiceren
Redundantie
De beschikbaarheid van extra technische componenten die nodig zijn om een systeem of
apparaat te laten functioneren tijdens een technische storing.
Remote Access
Toegang tot een brandmeldsysteem via een geschikte dataconnectie, b.v. een telefoonlijn
m.b.v. een modem.
Renovatie mode
Een bedrijfssituatie waarbij de → groep bij renovatiewerkzaamheden een minimale detectie
heeft. Hierbij hebben de melders een laag gevoeligheidsniveau.
Building Technologies
Fire Safety & Security Products
Verklarende woordenlijst
175
A6V10211076_a_nl_NL
30.05.2009

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ft724

Inhoudsopgave