CONTINUÏTEITSMETINGEN (MIT300, 310, 320, 330)
Omwille van de veiligheid van de gebruiker en voor een nauwkeurige
meting mogen alleen de door Megger Limited.
Alle continuïteitsmetingen zijn autoranging van 0,00 Ω tot 100 Ω (digitale/
analoge schaal).
De MIT310A heeft een manuele bereikkeuze tot 2 kΩ.
Van 0,00 Ω tot 10 Ω is de teststroom groter dan 200 mA. Van 10 Ω tot
100 Ω is de teststroom groter dan 20 mA. (zie pagina 14 voor de MIT310A)
Nulstelling meetsnoeren
(zie pagina 14 voor de MIT310A)
Alvorens u het continuïteitsbereik of het zoemerbereik voor de eerste keer
gebruikt, moet de weerstand van de meetsnoeren worden gecompenseerd.
Op deze manier weet u zeker dat de weerstand van de meetsnoeren niet in
het meetresultaat opgenomen wordt.
1. Sluit de meetsnoeren op het instrument aan, en sluit beide uiteinden
stevig met elkaar kort.
2. Wacht tot de aflezing stabiliseert, en druk op de knop [TEST].
z
3. Het zichtbaar worden van
weerstand van de meetsnoeren. Het display moet 0,00 Ω weergeven.
Opmerking: De nulstelling blijft niet behouden als het instrument wordt
uitgeschakeld, of het automatisch uitschakelen actief is.
Om de compensatie te wissen drukt u nogmaals op de [TEST]-knop.
10
bevestigt het compenseren van de
Continuïteitsmeting (MIT300, 310, 320 en 330)
(zie pagina 15 voor de MIT310A)
Om een continuïteitsmeting uit te voeren:
1. Schakel het instrument in door het bereik Continuïteit Ω te kiezen.
2. Compenseer eventueel de weerstand van de meetsnoeren, zie Nulstelling
meetsnoeren (hierboven).
3. Sluit de meetsnoeren aan op het geïsoleerde circuit waaraan wordt
gemeten. De meting zal automatisch beginnen.
4. Op het display verschijnt de weerstandwaarde. (maximaal 99,9 Ω)
5. Ontkoppel de meetprobes om de test te beëindigen.
6. Schakel zodra de meting klaar is naar de stand 'OFF'. Om de batterijen
te besparen zal het instrument automatisch worden uitgeschakeld na een
periode van inactiviteit.