Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
ATTENTIE
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn, al-
vorens het in bedrijf wordt gesteld.
SPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE
WARMTEBRON
Verontreinigingen en afzettingen in de warmtebron kun-
nen storingen veroorzaken.
LET OP.
Vóór met het spoelen en vullen van de warmte-
bron wordt begonnen, moet de afvoerleiding van
de veiligheidsklep aangesloten zijn.
in de afvoer leiden (antivriesmengsel)!
AANWIJZING
De volgende antivriesmiddelen zijn voor het
brinecircuit toegestaan:
monoethyleenglycol
ATTENTIE
Bij het gebruik van niet door ons geleverde
(buis)materialen, dichtingen en andere onderde-
len dient te worden gecontroleerd of de materi-
alen het gebruikte antivriesmiddel verdragen!
Spoel het bronsysteem goed door...
Meng zo nodig het bij de toebehoren verkrijgbare
antivriesmiddel in de juiste verhouding grondig met
water. Alleen gemengd in de warmtebron invullen...
ATTENTIE
Type en concentratie van het antivriesmiddel in
het water moet de aangegeven waarde voor het
desbetreffende type toestel hebben.
Overzicht „Technische gegevens/leveringsom-
vang", paragraaf „Warmtebron".
Controleer de concentratie van het antivriesmiddel
in het water...
Vul de warmtebron met het antivriesmengsel...
Ontlucht de warmtebron.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83050900cNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
SPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN
HET VERWARMINGSCIRCUIT
WATERKWALITEIT
VAN HET VUL- EN AANVULLENDE WATER
VOLGENS VDI 2035 DEEL I EN II IN
WARMWATERVERWARMINGSINSTALLATIES
Moderne, energie-efficiënte warmtepompinstallaties wor-
den steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde techniek
bereiken deze installaties een zeer goed rendement. Het
feit dat steeds minder ruimte voor warmteopwekkers be-
schikbaar is, heeft ertoe geleid dat compacte apparaten
met steeds kleinere doorsnedes en hoge warmteover-
dracht worden ontwikkeld. Hierbij neemt ook de com-
plexiteit van de installaties en het gebruik van veelsoortige
materialen toe, wat met name bij het corrosiegedrag een
belangrijke rol speelt. Het verwarmingswater beïnvloedt
niet alleen het rendement van de installatie, maar ook de
Let op!
Niet
levensduur van de warmteopwekker en de verwarmings-
componenten van een installatie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden van
VDI 2035 deel I en deel II te worden nageleefd voor een
correct bedrijf van de installaties. Uit onze praktijkervaring
is gebleken dat de veiligste en meest storingsvrije werking
wordt bereikt door de zogenoemde zoutarme werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbe-
velingen met betrekking tot steenvorming en het voor-
komen hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwar-
mingsinstallaties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de ei-
sen ter vermindering van corrosie aan cv-waterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
GRONDBEGINSELEN VAN DEEL I EN DEEL II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwa-
terverwarmingsinstallaties is gering, als
- een vakkundige planning en inbedrijfstelling plaatsvindt;
- de installatie corrosietechnisch gesloten is;
- een voldoende gedimensioneerde drukhouder geïnte-
greerd is;
- de richtwaarden voor het verwarmingswater in acht
worden genomen;
- de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en on-
derhouden.
Er dient een installatieboek met de relevante plannings-
gegevens te worden bijgehouden (VDI 2035).
13