D - OM DE 500 WERKUREN OF 1 JAAR
D1 – OLIE VERBRANDINGSMOTOR
D2 – OLIEFILTER VERBRANDINGSMOTOR
De heftruck op een horizontaal stuk grond zetten, de verbrandingsmotor enkele minuten
lang stationair laten draaien en dan uitzetten.
De afgetapte olie op een milieuvriendelijke manier afvoeren.
De oliefilter uitsluitend met de hand aandraaien en blokkeren met een kwart slag.
OLIE VERVANGEN
- De motorkap openen.
- De vulklep 1 verwijderen.
- Plaats een bak onder de aftapopening en draai de aftapdop 2 los.
- Verwijder de vuldop 3 om ervoor te zorgen dat de olie naar behoren afgetapt wordt.
VERVANGEN VAN DE FILTER
- Draai de motoroliefilter 4 los en gooi deze weg, evenals de bijhorende afdichting.
- De filtersteun schoonmaken met een schone doek zonder pluizen.
- Bestrijk de afdichting lichtjes met olie alvorens de nieuwe oliefilter terug te plaatsen
(zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN)op zijn steunstuk.
OLIE VULLEN
- Aflaatplug 1 weer op zijn plaats brengen en aandraaien.
- Vul af met olie (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF) via vulopening
5.
- Enkele minuten wachten om de olie de tijd te geven in de carter te vloeien.
- De motor starten en enkele minuten laten draaien.
- Controleer de aftapdop en de oliefilter op eventuele lekkage.
- Zet de motor stil, wacht enkele minuten en controleer het juiste peil op de peilstok
6 tussen de twee merktekens.
- Zo nodig bijvullen.
- De vulklep 1 opnieuw monteren.
D3 – RIEM ALTERNATOR/VENTILATOR/KRUKAS
- De motorkap openen.
- De schroeven 1 losmaken en het rooster voor radiatorbescherming 2 verwijderen.
- De schroeven 3 twee of drie slagen losdraaien.
- De alternator in zijn geheel draaien totdat de riem 4 vrijkomt.
- Breng de drijfriem 4 achter de schroef 5 van de radiator om deze te verwijderen
en deze te vervangen door een nieuwe (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN
EN DRIJFRIEMEN).
- De spanning tussen de riemschijven van de krukas en de alternator regelen.
- Met een druk met de duim (98 N), moet de spanning tussen 7 en 9 mm bedragen.
- De alternator in zijn geheel draaien totdat men de juiste riemspanning heeft
verkregen.
- De schroeven 1 weer aandraaien (aandraaikoppel 22 N.m).
- Hermonteer het rooster voor radiatorbescherming 2.
Bij het vervangen van de riem van de alternator, de spanning opnieuw controleren na de eerste 20 bedrijfsuren.
De hiervoor beschreven handelingen verrichten evenals de handelingen die hierna aangegeven worden.
BELANGRIJK
BELANGRIJK
3 - 20
AFTAPPEN
VERVANGEN
2
VERVANGEN
3
1
4
3
5
6
1
5
1
2
4
1
3
1