Framestabilisator voor fi lmclip
Deze functie helpt u bij het stabiliseren van opnamen die zijn vastgelegd
tijdens het opnemen van fi lmclips. U kunt dit menu uitsluitend in de
modus FILMCLIP kiezen. Als de geheugenkaart niet is ingevoerd, werkt
deze functie niet.
[UIT] : De functie framestabilisator fi lmclip
wordt uitgeschakeld.
[AAN] : Hiermee wordt voorkomen dat
de camera gaat trillen tijdens het
opnemen van een fi lm.
Ä Een negatieve belichtingscorrectiewaarde vermindert de belichting. Let erop
dat een positieve belichtingscorrectiewaarde de belichting verhoogt en dat
het LCD-scherm wit zal zijn, of dat u geen goede foto's krijgt.
Langdurige sluiter
Deze camera past de waarden van de sluitertijd en het diafragma
automatisch aan op de opnameomgeving. In de scènemodus Nacht kunt
u de waarden van de sluitertijd en het diafragma evenwel naar uw eigen
voorkeur instellen.
Ê Het wijzigen van de sluitertijd en diafragmawaarde
1. Kies de scènemodus [NACHT]. (p.19)
2. Druk op de Fn knop en het menu langdu-
rige sluiter wordt getoond.
3. Confi gureer de lange sluitertijd met de
5-functies knop.
4. Druk de Fn knop nogmaals in. De waarde
die u instelt wordt opgeslagen en de
modus verspringt naar de scènemodus
[NACHT].
[40]_OPNEMEN
Knop E (Effecten)
Door het gebruik van deze functie is het mogelijk om speciale effecten
aan uw afbeeldingen toe te voegen.
Ê Beschikbare effecten, naar opnamemodus
knop
STABILISATOR
UIT
F 3.5
Diafragmawaarde
Wide : Auto, F3.5 ~ F6.3
Tele : Auto, F4.5 ~ F8.0
Sluitertijd
AUTO, 1~16s
† ‰ Š ë _ m n o q „ ... ˆ
E
Deze knop werkt niet in de modi Auto, DIS, geluidsopname en
å
sommige scènemodi (Nacht, Tekst, Zonsondergang, Zonsopgang,
Tegenlicht, Vuurwerk, Strand & Sneeuw).
Zelfs als de camera wordt uitgezet, worden de effectinstellingen
å
bewaard.
( o : Selecteerbaar)