Bijlage
Algemene procedure voor de functie BTP (Barcodesjablonen afdrukken)
De algemene procedure voor het gebruik van de functie BTP (Barcodesjablonen afdrukken) is
hieronder beschreven.
Zie "BTP (Barcodesjablonen afdrukken)" (→ p. 34) voor informatie over het opgeven van de
verschillende instellingen.
Gebruik P-touch Editor 5.0 om een sjabloon te maken en deze vervolgens naar de
1
printer door te sturen.
Sluit de barcodelezer aan op de printer.
2
Scan de barcode "P-touch-sjabloonopdracht".
3
Hierdoor kunnen de instellingen worden opgegeven of worden de vorige instellingen gewist.
Scan de barcodes "Basisinstellingen".
4
Geef de snijmethode en het aantal af te drukken exemplaren op.
Geef de gewenste instellingen (A, B of C) op.
5
A. Vooraf ingestelde sjablonen afdrukken
1. Scan de barcode "Nummer van vooraf ingestelde sjabloon".
B. Barcodes afdrukken
1. Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en vervolgens de barcodes onder "Voor het
invoeren van cijfers".
2. Scan de barcode waarvan u de gegevens wilt gebruiken of kopiëren.
3. Scan de barcode "Afdruk starten".
C. Labels afdrukken met behulp van een database
1. Scan de barcode "Sjabloon selecteren" en vervolgens de barcodes onder "Voor het
invoeren van cijfers".
2. Scan de sleutelbarcode voor vervanging door de databasegegevens.
3. Scan de barcode "Scheidingsteken".
4. Scan de barcode "Afdruk starten".
Het opgegeven label wordt afgedrukt.
6
48