412
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
●
De banden zijn na het voltooien van de
registratie warm. Laat daarom de banden
afkoelen voordat u de initialisatie uitvoert.
■
Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●
Selecteer, om de identificatiecoderegistra-
tie te annuleren nadat deze is gestart,
"Bezig met identificeren van elk wiel en
positie" op het multi-informatiedisplay en
houd
nogmaals ingedrukt.
●
Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft.
●
Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■
Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
●
In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistratie mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
Normaliter duurt de registratie ongeveer 30
minuten.
Rijd nog een poosje door als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 30 minuten
rijden nog niet is voltooid.
• De auto is niet geparkeerd gedurende ten
minste ongeveer 20 minuten voordat er
met de auto gereden wordt
• Er wordt niet gereden met een snelheid
van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg
• Er wordt gereden in de buurt van andere
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's
• Er bevindt zich een wiel met bandenspan-
ningssensor en -zender in of in de buurt
van de auto
Als de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de identificatie-
coderegistratie vanaf het begin.
●
Als er tijdens de registratie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de registratieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●
In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
●
Neem contact op met een Suzuki-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats als de
identificatiecoderegistratie niet kan worden
voltooid na het uitvoeren van de boven-
staande procedure.