geBRUIks- eN oNDeRHoUDs-HANDLeIDINg
Lijst van de bewegingen
Rijden en sturen
Om te rijden zijn er op de onderwagen twee hydraulische motoren
gemonteerd die de rubber rupsbanden aandrijven. Het sturen is
mogelijk door de rupsbanden op verschillende snelheden te
bewegen.
Rijden en sturen is mogelijk als er geen stempelpoten op de grond
staan.
Rupsbanden verbreden
Door het verbreden van de rupsbanden wordt een grotere stabiliteit
verkregen tijdens het verplaatsen op het bouwterrein of op
ontoegankelijke plaatsen.
De beweging wordt aangedreven door een hydraulische cilinder die
aan de binnenzijde van de wagen is geplaatst.
stabilisatie
Het stabiliseren gebeurt door middel van 4 hydraulische cilinders.
In de standaard uitvoering van de machine gebeurt het stabiliseren
handmatig. Met een optie is het mogelijk om de procedure
automatisch uit te voeren.
Heffen en zakken hefarm
De hef- en daalbeweging van de arm wordt bediend door een
hydraulische cilinder die tussen het bovenste kniestuk van de
pantograaf en de arm geplaatst is.
Bij een niet gestabiliseerde machine is de hefbeweging tot een hoek
van 5° toegestaan.
Bij een gestabiliseerde machine zijn er geen beperkingen.
Nadat de machine gestabiliseerd is moet allereerst de arm omhoog
gebracht worden zodat de machine uit de opbergstand komt.
24
IM R15