4.0 STANDPLAATS EN VOORBEREIDINGEN
4.1 Standplaats
De vloer of sokkel voor de ketels en de verdeelkit moet vlak en waterpas zijn
opdat alle aansluitingen correct kunnen gebeuren.
De vloer of sokkel moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de ketels en de
verdeelkit te kunnen dragen.
Voor het geval dat de ketel niet op een pallettruck kan worden geplaatst, is de basis
van de ketel voorzien van 4 Ø 51 gaten die dienen als hefpunten. Hierdoor kunnen Ø
50 hefstangen en geschikte hijsbanden worden gebruikt om de ketel op zijn plaats te
tillen.
TIL DE KETEL NIET OP AAN DE PANELEN!
De vloer of sokkel moet vuurbestendig zijn.
De standplaats moet ruim genoeg zijn voor de installatie van de ketels, de
verdeelkits, leidingen, pompen, rookgaskanalen en moet goed bereikbaar zijn
voor onderhoud.
4.2 Gastoevoer
De gastoevoerleidingen moeten voldoen aan BS 6891 of IGE/UP/2, of equivalente
normen.
De gasaansluiting aan de ketel mag niet kleiner van diameter zijn dan de
voorziene aansluiting op de ketel: Rp 1" (100c/120c) & Rp 1¼" (150c/200c/250c).
De gasinstallatie moet grondig getest worden volgens BS 6891 of IGE/UP/1 &
IGE/UP/1A, of equivalente normen.
De gasinstallatie moet ontlucht worden volgens BS 6891 of IGE/UP/1 & IGE/
UP/1A, of equivalente normen.
Ingangsgasdruk: nominaal 20 mbar (minimum 17,5 mbar) voor aardgas of
nominaal 37-50 mbar (minimum 30 mbar) voor LPG bij de ketelaansluiting.
De gasafsluitklep van het ketelhuis moet duidelijk aangeduid worden en dicht bij
de ingang/uitgang gemonteerd worden.
4 hefgaten - Ø51 mm
Figuur 4.2 – Aansluitpunt gas
Gasaansluiting met inlaat drukmeetpunt.
Rp 1" (100c & 120c) & Rp 1-
7
Varblok eco2
(150c/200c/250c)
1/4"
500001316/A