Figuur 18 - Positie van de
ventilatorschoep op de
motoras
ventilator-
ventilator-
ventilatorwiel
wiel
wiel
20.
Rookgas-
ventilator-
motor & -wiel
3.Verwijder het ventilatorgeheel (ventilatorafschermnet, -motor & -wiel).
4. Demonteer en vervang stukken waar het nodig is en hermonteer daarna.
Vergewis u ervan dat het ventilatorwiel op de juiste plaats is aangesloten op de
as. Zie figuur 18 en de tabel hieronder.
Tabel 9 : Afmetingen A
Type
008 011 015
mm
29
Plaats het geheel op het toestel en maak het ventilatorafschermnet vast.
Laat de ventilatorschoep met de hand draaien om te zien of er voldoende ruimte
ventilator
is. Als een aanpassing nodig is, draai de bevestigingsschroeven los, verander de
ventilator-
ventilator-
motor
positie van het ventilatorafschermnet en maak de schroeven terug vast. Laat de
motor
motor
ventilatorschoep draaien en controleer opnieuw of er ruimte genoeg is. Herhaal
deze procedure tot het ventilatorgeheel zich op de juiste positie bevindt.
5. Sluit de ventilatormotorbedrading opnieuw aan volgens het elektrisch schema en
sluit het servicepaneel.
6. Schakel opnieuw de elektriciteit in en draai de gaskraan open. Start het toestel op
volgens de instructies en controleer de goede werking.
Verwijder vuil en vet van de rookgasmotor, rookgasventilatorhuis en -wiel. De la-
gers van de rookgasventilatormotor worden permanent gesmeerd.
Volg deze instructies om rookgasventilatormotor en -wiel te vervangen.
1. Sluit de gastoevoer af en schakel de elektriciteit uit.
2. Open de servicedeur van het toestel.
3. Maak de drie draden voor de aansluiting van de rookgasventilatormotor los bij de
branderautomaat en de aardingsvijs (op het controlepaneel).
4. Verwijder de schroeven die de motorplaat aan het ventilatorhuis vastmaken, terwijl
u de motor vasthoudt. Verwijder de motor en het wiel als geheel uit het toestel.
5. Hermonteer de nieuwe rookgasventilatormotor met wiel.
6. Raadpleeg het elektrisch schema om de draden goed aan te sluiten.
7. Schakel de elektrische spanning opnieuw in en draai de gaskraan open. Start het
toestel op volgens de instructies en controleer de goede werking. Sluit de
servicedeur.
020
025
030
23
50
49
83
80
035
043
050
055
064
80
87
87
91
95
binnenmaat
0606UDSANLNL, Pag. 29/35
073
085
100
89
86
89