Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Met Auma Rondstekker - AUMA SA 07.2 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SA 07.2:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische aansluiting
Voedingsspanning van
de besturing (elektroni-
ca)
Potentiaal van de aanslu-
itingen door de klant
Veiligheidsstandaards
Houd rekening met de
elektromagnetische
compatibiliteit bij het
leggen van de kabels
Stroomsoort, voedings-
spanning en frequentie
Aansluitkabels
5.2

Aansluiting met AUMA rondstekker

Informatie
20
SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Bij externe voeding van de besturing (elektronica): de externe voedingsspanning
moet over een versterkte isolatie tegen netspanning conform IEC 61010-1 beschikken
en mag uitsluitend door een op 150 VA begrensd stroomcircuit volgens IEC 61010-1
worden gevoed.
Alle ingangssignalen (aansturing) moeten van dezelfde voedingsspanning (potentiaal)
worden voorzien.
Alle uitgangssignalen (statusmeldingen) moeten van dezelfde voedingsspanning
(potentiaal) worden voorzien.
Alle extern aangesloten apparatuur dient met de desbetreffende veiligheidsstandaards
overeen te komen.
Signaal- en buskabels zijn storingsgevoelig.
Motorkabels kunnen storingen veroorzaken.
Storingsgevoelige en storing veroorzakende kabels op een zo groot mogelijke
onderlinge afstand van elkaar leggen.
De resistentie tegen storingsinvloeden van signaal- en buskabels is hoger als
de kabels dicht bij het massapotentiaal worden gelegd.
Indien mogelijk, lange kabels vermijden of erop letten dat zij in zones worden
gelegd waar storingsbronnen weinig invloed hebben.
Het over lange afstanden parallel leggen van storingsgevoelige en storing ver-
oorzakende kabels vermijden.
Bij het aansluiten van standmelders voor terugmelding op afstand moeten afge-
schermde kabels worden gebruikt.
Stroomsoort, voedingsspanning en de frequentie moeten met de motorgegevens
(zie typeplaatje op de motor) overeenkomen.
Afbeelding 12:
Typeplaatje motor (voorbeeld)
[1]
Stroomsoort
[2]
Voedingsspanning
[3]
Frequentie (bij draai- en wisselstroommotoren)
Teneinde de isolatie van de apparatuur te waarborgen geschikte (spannings-
vaste) kabels toepassen. De kabels minimaal voor de hoogst voorkomende
nominale spanning selecteren.
Aansluitkabels met een geschikte minimale nominale temperatuur toepassen.
Bij aansluitkabels die aan uv-straling blootgesteld worden (bijv. buiten) uv-resis-
tente kabels toepassen.
Dwarsdoorsnede aansluiting AUMA rondstekkers:
Vermogensklemmen (U1, V1, W1, U2, V2, W2): max. 6 mm² flexibel/10 mm²
massief
Aardebus
: max. 6 mm² flexibel/10 mm² massief
Stuurcontacten (1 tot 50): max. 2,5 mm²
Bij enige speciale motoren vindt de aansluiting van de vermogensklemmen (U1, V1,
W1, U2, V2, W2) niet via de AUMA rondstekkers plaats, maar via een klemmenbord
direct op de motor.
AC 01.2 Non-intrusive

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sa 16.2Sar 07.2Sar 16.2

Inhoudsopgave