Problemen oplossen
Diagnose spuitpatroon
Probleem
Het spuitpatroon is ongelijkmatig:
Spuitpatroon vertoont sporen:
Het spuitpatroon druipt of zakt:
Het spuitpatroon is te smal:
36
Oorzaak
De gebruiker beweegt te snel
tijdens het spuiten.
De spuittip is verstopt.
Het materiaal is moeilijk
te verstuiven.
De uitlaatventielen zijn vuil
of versleten.
De pomp is aan het einde van
de levensduur.
De snelheid is te laag
ingesteld.
Mogelijk moet het materiaal
worden verdund.
Onjuiste spuittip voor de
applicatie van het materiaal.
Het materiaal is niet geschikt
voor het spuitapparaat.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
De bediener beweegt te
langzaam tijdens het spuiten.
Het spuitapparaat bevindt
zich te dicht bij het oppervlak.
Houd de trekker ingedrukt
terwijl u de spuitrichting
verandert.
De snelheidsschakelaar is te
hoog ingesteld.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
Het spuitapparaat bevindt
zich te dicht bij het oppervlak.
Onjuiste spuittip voor de
applicatie van het materiaal.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
Oplossing
Trage bewegingssnelheid.
Ontstop of reinig de spuittip, zie De
stip ontstoppen, pagina 17.
Verhoog de druk totdat het
gewenste patroon wordt
gerealiseerd.
Houd het spuitapparaat verder van
het oppervlak.
Ga over op een andere spuittip. Zie
Keuze van tip en druk, pagina 15.
Verwijder twee pomppluggen
en het voorventiel om de drie
uitlaatventielen toegankelijk te
maken. Reinig de uitlaatventielen,
zie Uitlaatventielen reinigen,
pagina 28. Zo nodig vervangen.
Vervang de complete pomp.
Verhoog de druk totdat het
gewenste patroon wordt
gerealiseerd.
Verdun het materiaal conform de
aanbevelingen van de verffabrikant.
Installeer een ander formaat
spuittip. Zie Keuze van tip en druk,
pagina 15.
Schakel over op een ander
materiaal.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 24.
Beweeg het spuitapparaat sneller
tijdens het spuiten.
Houd het spuitapparaat minstens
25 cm (10 inch) van oppervlak.
Houd de trekker ingedrukt wanneer
u van richting verandert.
Verlaag de druk totdat het gewenste
patroon wordt gerealiseerd.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 24.
Houd het spuitapparaat minstens
25 cm (10 inch) van oppervlak.
Installeer een ander formaat
spuittip. Zie Installatie van de
spuittip, pagina 24.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 24.
3A4754C