dinotecNET+ ready 2010
Filterregeling
In dit hoofdstuk worden de functies van de filterregeling beschreven. Naast de
handmatige instellingen van de klepaansturing (optie) kunt u hier ook de
circulatiepomp in- en uitschakelen.
Druk op de knop "Filter" in het hoofdmenu of op het filtersymbool in het
overzichtsscherm.
Afb. 5.45
In het display wordt het waterpeil in de overloopopvang weergegeven en in de
status-balk de arbeidscyclus waarin het filter zich bevindt,bijvoorbeeld: filteren,
terugspoelen.
5.3.11 Filteren
Om het water schoon te houden, moet het worden gefilterd. De circulatiepomp
onttrekt water aan de skimmer of aan de overloopopvang, al naargelang de
constructie van het bassin, en duwt het van boven naar onderen door het filter. Van
dat punt af wordt het in gereinigde vorm weer in het circuit gebracht.
De filtertijden stelt u in bij het menuonderdeel "Instelwaarden filterinstallatie". Meer
informatie vindt u in hoofdstuk 5.3.4
5.3.12 Terugspoelen
Doordat het filterzand voortdurend vervuild wordt, neemt de filterweerstand in het
filter toe. Als de druk in de filterhouder, die op de manometer van het filter kan
worden afgelezen, met ca. 0,2 - 0,4 bar stijgt ten opzichte van de begindruk, dan
moet u het filter 'terugspoelen' (in omgekeerde richting doorspoelen).
Om ervoor te zorgen dat de situatie in hygiënische zin probleemloos blijft, moet het
filter, onafhankelijk van de filterlooptijd en de vervuilingsgraad (verhoogde druk!), om
de 8 dagen worden doorgespoeld. Regelmatig terugspoelen, eenmaal per week,
heeft een positieve invloed op het gebruik van desinfectiemiddelen.
LET OP:
Het spoelen mag niet onderbroken worden! De benodigde
hoeveelheid spoelwater moet voor het begin van het spoelproces al
beschikbaar zijn.
08/2010
www.dinotec.de
Bediening
Pagina 51