De beeldpositie aanpassen met Lensverschuiving
Als u de projector niet direct voor het scherm kunt installeren, kunt u de
positie van het geprojecteerde beeld aanpassen met de
lensverschuivingsfunctie.
• Wacht 20 minuten na het inschakelen van de projector voordat u
a
Scherpstelling, Zoomen en Lensverschuiving instelt voor een
maximale nauwkeurigheid.
• Houd de verticale en horizontale lensverschuivingsregelaars in hun
centrale positie voor het zuiverste beeld.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Draai de verticale en horizontale lensverschuivingsregelaars op de
projector om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen zoals
nodig.
Lensmiddelpunt
Geprojecteerd beeld wanneer de lens wordt ingesteld op de
B
uitgangspositie
Maximaal bereik: V × 50%
C
48