Algemene aanwijzingen voor de bediening
Gecodeerde apparaten inschakelen na afsluiting van de ac-
cuspanning
Wanneer u een gecodeerd apparaat inschakelt na afsluiting van de accuspan-
ning, bv. na reparatie van de auto, verschijnt het verzoek om invoering van de
code.
Voer het codenummer als volgt in:
markeer het eerste cijfer van de code met de << >> -toetsen van de
tuimelschakelaar 7, en
druk op de OK-toets 8.
De invoegmarkering voor het invoeren van de code verspringt één plaats naar
rechts.
Kies nu het tweede cijfer van het codenummer en bevestig dit met de
OK-toets 8.
Voer zo de overige cijfers van het codenummer in.
Wanneer u per ongeluk een cijfer onjuist hebt ingevoerd:
markeer het
-symbool en
druk op de OK-toets 8.
Wanneer het codenummer volledig is ingevoerd:
-symbool en bevestig dit met de OK-toets 8.
markeer het
Het apparaat wordt ingeschakeld. Wanneer u per ongeluk een onjuist code-
nummer hebt ingevoerd en bevestigd, kunt u het invoeren van de code herha-
len. Om te voorkomen dat dieven het codenummer door uitproberen te weten
komen, wordt het apparaat na de derde onjuiste poging één uur lang geblok-
keerd. Gedurende deze tijd moet het apparaat ingeschakeld blijven. Wanneer
het apparaat binnen de wachttijd van de spanning wordt afgesloten, wordt de
wachttijd teruggezet en bedraagt deze weer een uur.
Verzoek om invoeren van de code
15