a
ZAUM0037
a. Elektrodenafstand
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voorgeschreven bougie:
BR8HS (NGK)
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng als dat
nodig is de elektrodenafstand op specifica-
tie.
Elektrodenafstand:
0,6–0,7 mm
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
Aanhaalmoment:
Bougie:
23 Nm (2,3 m·kgf)
OPMERKING:
_
Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.
_
Cardanolie
Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. Ingeval van
lekkage dient u de scooter door een
Yamaha dealer te laten nakijken en te laten
repareren. Bovendien dient de cardanolie
als volgt te worden ververst op de aangege-
ven tijdstippen in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm deze op door
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een oliecarter onder het car-
6-6
een paar minuten te gaan rijden en zet
dan de motor af.
danhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
DAU04228
6