3. Vul bij met verse olie via de middelste opening in het
filter totdat de olie de onderkant van de schroefdraad
aan de binnenkant bereikt.
4. Wacht een of twee minuten zodat het filtermateriaal
de olie kan opnemen.
5. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter
6. Plaats het nieuwe oliefilter op het filtertussenstuk, draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog een extra 2/3 tot 1 slag vast
7. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motoroliepeil controleren (bladz.
8. Laat de motor ongeveer 3 minuten draaien, draai het
sleuteltje in de contactschakelaar naar U
op olielekken rond het oliefilter.
9. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien nodig
olie bij.
Onderhoud van de bougies
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u de
bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougies en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer nieuwe
bougies indien dit nodig is.
Type: Champion® RC12YC, Champion® Platinum 3071
of een equivalent type.
Elektrodenafstand: 0,760 mm
Bougies controleren
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies
lichtbruine of grijze kleur op de isolator geeft aan dat
de motor naar behoren werkt. Een zwarte kleur op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
(Figuur
48).
(Figuur
48).
38).
en controleer
IT
(Figuur
49). Een
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk: Bougies altijd vervangen bij zwarte
laag op de bougie, versleten elektroden, vettige
laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en
de massa-elektrode
3. Als de afstand niet correct is, moet u de massa-elektrode
verbuigen
(Figuur
Bougies verwijderen
1. Draai het sleuteltje in de contactschakelaar op U
verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2. Maak de bougiekabels los van de bougies
1. Bougiekabel
3. Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
4. Verwijder de bougies en de metalen pakkingringen.
40
Figuur 49
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
(Figuur
49).
49).
(Figuur
Figuur 50
2. Bougie
,
IT
50).