140
Verzorging van de auto
Motorolie
Controleer het oliepeil ook regelmatig
met de hand om schade aan de motor
te voorkomen. Vergewis u ervan dat
de gebruikte olie de juiste specificatie
heeft. Aanbevolen vloeistoffen en
smeermiddelen 3 177.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op be‐
drijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐
weest.
Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot
aan de aanslag van de handgreep
weer insteken, opnieuw uittrekken en
het motoroliepeil aflezen.
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Wanneer het motoroliepeil tot het
merkteken MIN is gedaald, dan mo‐
torolie bijvullen.
Controleer het peil opnieuw.
U wordt geadviseerd motorolie te ge‐
bruiken van dezelfde kwaliteit als bij
de laatste verversingsbeurt.
Het motoroliepeil mag niet hoger
staan dan het bovenste merkteken
MAX op de peilstok.
Voorzichtig
Een teveel aan motorolie moet
worden afgetapt of afgezogen.
Vulhoeveelheden 3 185, kwaliteit/
viscositeit van motorolie 3 177.
Dop recht terugplaatsen en vast‐
draaien.
Koelsysteem
De auto heeft drie verschillende koel‐
systemen.
Controleer het koelvloeistofpeil van
de betreffende koelsystemen regel‐
amtig en laat de oorzaak van mogelijk
lekkende koelvloeistof door een werk‐
plaats verhelpen.