Alleen markeur, bevestigd op de grondbe-
werkingsmachine:
18. Sluit de markeur aan door de hydraulische
koppeling (Afb. 115/1) te verbinden.
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14
Afb. 115
Alleen met turbine-riemaandrijving:
19. Sluit de turbine-riemaandrijving (indien aanwezig) aan (zie
hoofdstuk "Turbine-riemaandrijving aansluiten", op pagina 108).
alle typen:
20. Sluit de voedingsleidingen aan
(zie hoofdstuk "Overzicht – voedingsleidingen tussen tractor en
machine", op pagina 43).
Maak hydraulische koppelingen schoon voordat u ze op de tractor
aansluit. Geringe olieverontreiniging door vuildeeltjes kan storingen in
het hydraulische systeem veroorzaken.
Tijdens de werkzaamheden wordt regeleenheid geel vaker gebruikt
dan de andere regeleenheden. Wijs de aansluitingen van regeleen-
heid geel toe aan een regeleenheid die in de cabine van de tractor
gemakkelijk te bereiken is.
GEVAAR
Bij het bedienen van tractorregeleenheden kunnen, afhankelijk
van de schakelstand, meerdere hydraulische cilinders tegelij-
kertijd in werking treden!
Iedereen uit de gevarenzone wegsturen.
Gevaar voor verwonding bij bewegende delen!
Bij het oplichten van de machinecombinatie kunnen machineonder-
delen de achterruit van de tractor beschadigen door de zeer compac-
te bouwwijze.
Machine aan- en afkoppelen
107