Inhoudsopgave
Advertenties
MOTOROLIE
De strimmer verlaat de fabriek ZONDER OLIE in de motor.
OPMERKING: Vul olie bij voordat u de motor opstart.
1.
Plaats de strimmer op een vlak oppervlak en verw-
ijder dan de olievuldop/peilstok.
OLIEVULOPENING
OLIEVULDOP/-PEILSTOK
Fig. 7B
2
Vul langzaam van de aanbevolen olie toe (bijgeleve-
rd in de verpakking) tot aan de onderste rand van de
olievulopening. Vul niet teveel bij, want de motorolie-
tank heeft een kleine inhoud.
3.
Als de bijgeleverde olie niet wordt gebruikt, vul dan
voldoende SAE 10W- 30 API olie van servicecateg-
orie SJ of later bij. Vul olie bij tot het oliepeil de on-
derste rand van de olievulopening bereikt.
OPMERKING:
De motor laten draaien met te veel of te weinig olie kan
de motor beschadigen.
4.
Draai de olievuldop/oliepeilstok stevig in.
•
Motoroliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil vóór ieder gebruik of om de
10 uur bij continu gebruik. Zet de strimmer op een vlakke
ondergrond met de motor uitgeschakeld en rechtop.
VULOPENING
OLIEVULDOP/-PEILSTOK
Fig. 7C
1.
Verwijder de vuldop/peilstok en veeg deze schoon.
2.
Plaats de peilstok terug en neem hem weer uit zond-
er deze in de vulopening te draaien. Controleer het
oliepeil op de oliepeilstok.
3.
Als het oliepeil laag is, vul dan aanbevolen olie bij tot
aan de rand van de olievulopening. Zorg ervoor dat
de motor goed vlak staat om te vermijden dat er te
veel of te weinig olie wordt bijgevuld, zie figuur.
OPMERKING:
De motor laten draaien met te veel of te weinig olie kan
de motor beschadigen.
4.
Draai de olievuldop/oliepeilstok stevig in.
•
Motorolie verversen
Laat de gebruikte olie weglopen als de motor warm is.
Warme olie loopt sneller en volledig weg.
VULOPENING
Fig. 7D
1.
Plaats een geschikt opvangbekken onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen, verwijder dan de
vuldop/peilstok en laat de gebruikte olie door de
vulopening wegvloeien. Laat de gebruikte olie volledig
uitlekken.
Voer de gebruikte motorolie af overeenkomstig de
milieuvereisten. We raden u aan de gebruikte olie in
een afgesloten recipiënt naar uw lokaal recyclagece-
ntrum of benzinestation te brengen voor recyclage.
Niet bij het afval werpen, op de grond gieten of in een
afvoer gieten.
2.
Als de motor rechtop staat, vul dan aanbevolen olie
bij tot aan de rand van de olievulopening.
3.
Draai de olievuldop/oliepeilstok stevig in.
•
Aanbevelingen voor motorolie
Olie is een belangrijke factor, die de prestaties en de
levensduur beïnvloedt. Gebruik 4-takt detergentolie voor
auto's.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor alle temperaturen
binnen het aanbevolen bedrijfsbereik voor deze strimm-
ers. Het aanbevolen bedrijfsbereik ligt tussen
-5° tot 40°C.
De SAE viscositeit en serviceclassificatie staan op het
API etiket op de verpakking van de olie. Olie van API
servicecategorie SJ of later is aanbevolen.
OPMERKING: ververs de motorolie na de eerste maand
of 10 uur.
OPMERKING: ververs de motorolie om de 6 maanden
of 50 uur.
9
NL
BEDIENINGSINSTRUCTIES
• SCHOUDERHARNAS
OPGELET: DRAAG ALTIJD EEN SCHOUDE-
RHARNAS als u een toestel met mes bedient.
Bevestig het harnas aan de strimmer nadat u de
machine hebt opgestart en terwijl het STATIO-
NAIR draait. Schakel de MOTOR UIT voordat u
het schouderharnas loskoppelt.
OPMERKING: Leef de onderstaande vereisten op als u het
snijopzetstuk installeert.
1.
Trek het harnas aan zodat de schouderriem over uw
schouders loopt.
2.
Bevestig de harnasclip (C) aan de ring (D) die op de
buis is gemonteerd (fig. 8A en 8B).
3.
Stel de lengte van de schouderriem zo bij dat de strim-
merkop van de riem hangend evenwijdig is aan de
bodem. Draai het toestel een paar keer over en weer
om te oefenen voordat u de motor opstart om het juiste
evenwicht te bepalen.
OPMERKING: Koppel het schouderharnas van het toestel los
voordat u de motor opstart.
C
Fig. 8A
•
OPSTARTEN MET KOUDE MOTOR
OPMERKING: Om de motor zo min mogelijk te belasten
tijdens het starten en opwarmen, snijdt u de overtollige
snijdraad bij op 13cm. (fig. 9A).
1.
Draai de ON/OFF-schakelaar in de "RUN (I)" positie
(Fig. 9B).
2.
Druk 10 keer op de olie-inspuitingspeer (fig. 9D).
Zet de chokehendel op CHOKE" " (fig. 9C).
3.
4.
Stel de gasvergrendeling in (C): Druk de gashende-
lblokkering (A) in, houd dan de gashendel (B) in een
deels open positie en houd de gasvergrendeling (C)
ingedrukt. Laat de gashendel (B) los. De gashendel
(B) blijft nu in de deels ingedrukte positie staan.
Zonder gasvergrendeling: Druk de gashendelblokk-
ering naar beneden en houd dan de gashendel (B)
ingedrukt op de één derde open positie. (fig. 9B)
Trek drie keer aan het starterkoord. (fig. 9F)
5.
Zet de chokehendel op RUN" ". De motor start nadat
het starterkoord 1 keer is uitgetrokken. Laat de motor
10 seconden warmlopen en trek de gashendel dan
volledig open. (fig. 9G)
6. Als de motor niet start, herhaal dan de stappen 1 tot 5.
•
WARME MOTOR OPSTARTEN
1.
Zet de chokehendel op RUN " ". De motor start nadat
het starterkoord twee keer is uitgetrokken (fig. 9G).
2.
Als de motor niet start, raadpleeg dan het gedeelte
Opstarten met koude motor.
OPMERKING: Als de motor na herhaaldelijke pogingen nog
niet opstart, raadpleeg dan het gedeelte Problemen oplossen.
OPMERKING: Trek het starterkoord er altijd recht uit. Als u
de starter in een hoek uittrekt, wrijft deze tegen de opening.
Door deze wrijving gaat het koord rafelen en verslijt het
sneller. Houd de starterhendel altijd vast als het koord wordt
teruggetrokken. Laat het koord nooit van een uitgetrokken
positie vanzelf terugspringen. Daardoor kan het koord gaan
scheuren of rafelen en dit kan ook het startersysteem
beschadigen.
Voor strimmerkop
Voor mes
100-400 mm
D
Fig. 9A
BC 435L
BC 435B
D
Fig. 8B
Fig. 9C
A
BC 435L
B
B
BC 435B
Fig. 9E
•
Opstarten op lage temperatuur (0-5°C)
1. Draai de ON/OFF-schakelaar in de "RUN (I)" positie
(Fig. 10A).
2. Druk 10 keer op de olie-inspuitingsbal (fig. 9D).
3 .
Zet de chokehendel op CHOKE "
10
NL
13cm
BC 435B
C
A
BC 435L
0-300 mm
B
Fig. 9B
A
Fig. 9D
A
Fig. 9F
Fig. 9G
".
Advertenties
Inhoudsopgave
