In de geïntegreerde webserver selecteert u het tabblad Instellen en vervolgens Netwerken aan de rechterkant
van het scherm.
In HP DesignJet Utility in Windows selecteert u het tabblad Instellingen en vervolgens Netwerkinstellingen. In Mac
OS X selecteert u achtereenvolgens Configuratie > Netwerkinstellingen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
Methode voor IP-configuratie: Geef de manier op waarop u een IP-adres wilt instellen door BOOTP, DHCP,
●
Auto IP of Manual te selecteren.
Hostnaam: Geef de IP-naam van de printer op. De naam mag uit maximaal 32 ASCII-tekens bestaan.
●
IP-adres: Geef het IP-adres van de printer op. Als er dubbele IP-adressen in een TCP/IP-netwerk zijn,
●
mislukt de communicatie.
TIP:
deze drie velden inconsistent zijn, kunt u geen verbinding maken met de printer totdat u het probleem
vanaf het frontpanel verhelpt.
TIP:
verbinding met de printer omdat er naar het oude adres wordt verwezen. Geef het nieuwe IP-adres op als u
opnieuw verbinding wilt maken.
Subnetmasker: Geef een subnetmasker op dat vaststelt welke delen het netwerk opgeven en welke delen
●
het knooppunt in het netwerk uniek opgeven.
Standaard-gateway: Geef het IP-adres op van een router of computer die wordt gebruikt om de ander
●
netwerken of subnetwerken te verbinden. Als dit niet bestaat, wordt het IP-adres van de computer of het
IP-adres van de printer gebruikt.
Domeinnaam: Geef de naam op van het DNS-domein waarin de printer zich bevindt (bijvoorbeeld
●
support.hp.com).
OPMERKING:
bijvoorbeeld printer1.support.hp.com.
Time-out voor inactiviteit: Geef de tijd op dat een inactieve verbinding is toegestaan om open te blijven als
●
een computer op afstand aan het wachten is op de printer. De standaardwaarde is 280 seconden. Wanneer
deze op nul wordt gezet, is de time-out uitgeschakeld en blijft de verbinding voor onbepaalde tijd open.
Standaard-IP: Geef het IP-adres op dat gebruikt moet worden als de printer geen IP-adres kan verkrijgen
●
van het netwerk als deze aanstaat of is geconfigureerd om BOOTP of DHCP te gebruiken.
DHCP-verzoeken verzenden: Geef aan of DHCP-verzoeken worden verzonden wanneer een verouderd IP-
●
adres of een standaard Automatische IP wordt toegewezen.
Om dezelfde netwerkinstellingen te configureren op het frontpanel drukt u achtereenvolgens op
Connectiviteit > Netwerkverbinding > Gigabit Ethernet > Configuratie bewerken.
Er zijn diverse andere opties beschikbaar in het menu Verbinding > Netwerkverbinding > Geavanceerd.
I/O time-out: Geef de tijd op dat een inactieve verbinding is toegestaan om open te blijven als de printer aan
●
het wachten is op een computer op afstand. De standaardwaarde is 30 seconden. Wanneer deze op nul
wordt gezet, is de time-out uitgeschakeld en blijft de verbinding voor onbepaalde tijd open.
SNMP toestaan: Geef op of SNMP is toegestaan.
●
Geïntegreerde webserver > EWS toestaan: Geef op of de geïntegreerde webserver is ingeschakeld.
●
Internetdiensten > HP DesignJet Utility software (Hulpsoftware van HP): Bekijk de HP DesignJet Utility-
●
software-instellingen.
30
Hoofdstuk 4 De printer personaliseren
Zorg ervoor dat de combinatie van IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway geldig is. Als
Wanneer u het huidige IP-adres wijzigt en klikt op Toepassen, verliest de browser de huidige
De domeinnaam bevat niet de hostnaam: het is niet de volledige domeinnaam, zoals
,
,
NLWW