Radarstoring op het radarscherm verminderen
U kunt de hoeveelheid storing door interferentie van een andere nabije radarbron beperken door de optie
Onderdrukking radarstoring in te schakelen.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de optie Onderdrukking radarstoring die voor één
radarmodus wordt geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de radaroverlay geldt.
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu > Radar instellen > Rdrst.onderdr..
Radaroptiesmenu
Selecteer in een radarscherm Menu > Radaropties.
MotionScope™: Gebruikt het dopplereffect om bewegende doelen te detecteren en te markeren om aanvaringen
te voorkomen, zwermen vogels te signaleren en veranderende weersomstandigheden in de gaten te houden
(MotionScope
Doppler radartechnologie,
™
modellen.
Pulsuitbreiding: Zendt pulsen gedurende langere tijd uit, waardoor de energie op doelen wordt geïntensiveerd.
Hierdoor kunnen doelen beter worden gedetecteerd en geïdentificeerd. Deze optie is alleen beschikbaar op
xHD radome en xHD2 open array modellen.
Doelgrootte: Past de grootte van doelen aan door de verwerking van de pulscompressie aan te passen.
Selecteer kleinere doelen voor een scherp radarbeeld met hoge resolutie. Selecteer grotere doelen om
grotere echo's voor specifieke doelen weer te geven zoals boten en boeien. Deze optie is alleen beschikbaar
op GMR Fantom modellen.
Echosporen: Hiermee kunt u de beweging van schepen op het radarscherm volgen. Deze optie is niet
beschikbaar op xHD open array of HD/HD+ radome modellen.
Regenruis: Reduceert regenruis
VRM/EBL: Toont de VRM (variabele afstandsring) en de EBL (elektronische peillijn), zodat u de afstand en
peiling van uw schip tot een doelobject kunt meten
Bewakingszone: Stelt een veilige zone in rond uw boot en geeft een alarmsignaal als een object de zone
binnenkomt
(Een bewakingszone inschakelen,
Gepland uitzenden: Bespaart energie door alleen op bepaalde tijden radarsignalen uit te zenden.
Radarinstellingenmenu
Selecteer in een radarscherm Menu > Radar instellen.
Bron: Selecteert de radarbron als op het netwerk meerdere radars zijn aangesloten.
Kaartweergave: Geeft de kaart weer onder het radarbeeld. Indien ingeschakeld, wordt het Lagen menu
weergegeven.
Oriëntatie: Hiermee wijzigt u het perspectief van de radarweergave.
Rdrst.onderdr.: Vermindert de ruis als gevolg van interferentie afkomstig van een andere radarbron in de buurt.
Draaisnelheid: Stelt de voorkeursdraaisnelheid van de radar in. De optie Hoge snelheid kan worden gebruikt
om de vernieuwingsfrequentie te verhogen. In sommige situaties draait de radar automatisch op de normale
snelheid om detectie te verbeteren, bijvoorbeeld als een groter bereik is gekozen of wanneer MotionScope of
Dubbel bereik wordt gebruikt.
Presentatie: Hiermee stelt u het kleurenschema, de geplande snelheid en de navigatieweergave in.
Installatie: Hier kunt u de radar configureren voor installatie, bijvoorbeeld door de voorkant van de boot en de
parkeerstand van de anetenne in te stellen.
Radar
pagina 86). Deze optie is alleen beschikbaar op GMR Fantom
(Regenruis op het radarscherm aanpassen,
(VRM en EBL,
pagina 87).
pagina 92).
pagina 89).
93