Het radarbereik aanpassen
Het bereik van het radarsignaal geeft de lengte van het impulssignaal aan dat door de radar wordt verzonden
en ontvangen. Als het bereik groter wordt, zendt de radar langere pulsen uit om verre objecten te kunnen
bereiken. Objecten die dichterbij zijn, zoals vooral regen en golven, weerkaatsen ook de langere pulsen en dat
geeft ruis op het radarscherm. Als informatie over objecten die zich verder weg bevinden op het scherm wordt
weergegeven, is er minder ruimte op het scherm beschikbaar voor het weergeven van informatie over objecten
die zich dichterbij bevinden.
• Selecteer
om het bereik te verkleinen.
• Selecteer
om het bereik te vergroten.
Tips voor het selecteren van een radarbereik
• Bepaal eerst welke informatie u op het radarscherm wilt kunnen bekijken.
Wilt u bijvoorbeeld informatie over het weer of informatie over objecten en scheepsverkeer dichtbij, of hebt u
meer aan informatie over weersomstandigheden verder weg?
• Evalueer de omstandigheden van de omgeving waarin u de radar gaat gebruiken.
Vooral bij zeer slechte weersomstandigheden kunnen radarsignalen met een lang bereik het radarscherm
onoverzichtelijker maken, waardoor het lastiger wordt om de informatie over objecten in de onmiddellijke
nabijheid van uw schip goed te kunnen interpreteren. Bij regen kunt u met radarsignalen met een kort bereik
objecten in de buurt duidelijker zien, mits de instelling voor regenruis optimaal is geconfigureerd.
• Selecteer het kortste effectieve bereik voor de radar, gebaseerd op de reden van uw gebruik van de radar en
de op dat moment geldende omstandigheden.
MotionScope
Doppler radartechnologie
™
De GMR GMR Fantom radar gebruikt het Doppler-effect om bewegende doelen te detecteren en te
markeren, onder andere om aanvaringen te voorkomen, zwermen vogels te signaleren en veranderende
weersomstandigheden in de gaten te houden. Het Doppler-effect is de frequentieverandering in de radarecho,
veroorzaakt door de relatieve beweging van het doel. Op die manier kunnen doelen die naar de radar toe of van
de radar af bewegen direct worden gedetecteerd.
De MotionScope functie markeert de bewegende doelobjecten op het radarscherm, zodat u om andere boten of
slecht weer heen kunt navigeren, of naar visstekken waar vogels op het wateroppervlak naar voedsel zoeken.
De bewegende doelen zijn met kleur gecodeerd, zodat u in één oogopslag kunt zien welke doelen naar u toe of
van u af bewegen. Bij de meeste kleurenschema's geeft groen aan dat het doelobject van u af beweegt en geeft
rood aan dat het doelobject uw kant op komt.
Op sommige modellen kunt u ook de instelling M-Scope gevoeligheid aanpassen om de snelheidsdrempel voor
doelmarkering te wijzigen. Een hogere instelling markeert tragere doelen en een lagere instelling markeert alleen
snellere doelen.
86
Radar