3-3 Weerstandmeting (Ω)
1. Sluit het rode meetsnoer aan op de "VΩ µ A "-klem en het andere (zwarte)
meetsnoer op de "COM"-klem.
2. Zet de draaischakelaar op de stand " Ω " om de weerstand te meten.
3. Zorg er voor dat het te meten object spanningsloos is om een juiste uitlezing te
krijgen.
4. Sluit de meetsnoeren aan op de te meten weerstand. Om bij het meten van een
lage weerstand een zo nauwkeurig mogelijke meting te krijgen, dient u de
meetsnoeren voorafgaand aan de meting eerst kort te sluiten, waarbij u de
weerstand van de meetsnoeren in gedachten houdt. Dit is nodig om de eigen
weerstand van de meetsnoeren van de gemeten waarde af te kunnen trekken.