●
Met Papierbron (Paper source) kunt u een specifieke papierbron selecteren of u kunt Save
paper (Papier besparen) kiezen, waarmee u automatisch de smalste rol kiest waar de afdruk op
past (als er meer dan één rol is geladen).
●
Met Paper category (Papiercategorie) kunt u een papiersoort kiezen.
●
Met Page order (Paginavolgorde) kunt u eerste pagina bovenop of laatste bovenop kiezen.
●
Met Collate (Sorteren) kunt u sorteren in- en uitschakelen.
●
Met Rotation (Rotatie) kunt u de afdruk met een veelvoud van 90° draaien, of u kunt Automatic
(Automatisch) kiezen, waarmee de afdruk automatisch gedraaid wordt om papier te sparen.
●
Met Afdrukmarges (Print margins) kunt u de standaardprintermarges wijzigen.
●
Storage mode (Opslagmodus) biedt twee opties: afdrukken en verwijderen (de taak wordt niet
vastgehouden in de wachtrij) en afdrukken en opslaan (de taak wordt vastgehouden in de
wachtrij).
●
Met Uitvoerbestemming (Output destination) kunt u uitvoer naar de stapelaar sturen (als
u er standaard een hebt), de steunen voor de emmer/uitvoer of de vouwmachine (indien
geïnstalleerd).
●
Met Folding style (Vouwstijl) kunt u de vouwstijl selecteren wanneer de vouwmachine wordt
geïnstalleerd. Om de vouwmachine te kunnen gebruiken, moet u Vouwmachine (Folder)
selecteren in de instelling Uitvoerbestemming (Output destination).
6.
Als u tevreden bent met de quickset-instellingen, tikt u op OK om verder te gaan. U kunt op
het pictogram Ellipsis (beletselteken)
details (Quicksetdetails weergeven) om de meest voorkomende quicksetinstellingen weer te geven
die worden gebruikt.
7.
In de rechterkolom van het scherm kunnen Exemplaren (Copies), Paginavolgorde (Page order) en
Sorteren (Collate) worden geselecteerd. Tik op Afdrukken (Print) om door te gaan.
8.
U kunt na het afdrukken ervoor kiezen om nog een bestand af te drukken of naar de taakwachtrij
te gaan. Als u direct nog een bestand afdrukt zonder terug te gaan naar de startpagina, worden de
tijdelijke instellingen van het eerder afgedrukte bestand opnieuw gebruikt.
Afdrukkwaliteit kiezen
De printer heeft drie modi voor de afdrukkwaliteit die zo ontworpen zijn, zoals de namen aangeven, dat
ze overeenkomen met de specifieke behoeften van verschillende soorten afbeeldingen.
Zie video: http://www.hp.com/go/pagewidexl/printing-modes-in-xl-pro-printers/.
156
Hoofdstuk 7 Een taak versturen om af te drukken
tikken en vervolgens op het deelvenster Show quickset