Figuur 84
Figuur 85
1. Gele plunjer
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de
parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit
het contact.
2. Plaats een grote aftapbak onder de tank met
hydraulische vloeistof.
3. Verwijder de aftapplug (Figuur 86) uit de bodem
van de tank en laat de hydraulische vloeistof in de
bak lopen. Plaats de plug weer terug als er geen
hydraulische vloeistof meer naar buiten komt.
2. Rode zone
1. Hydraulisch filter
2. Hydraulisch filter
4. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter
wordt gemonteerd. Plaats een opvangbak onder het
filter en verwijder het filter (Figuur 86).
5. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met
hydraulische vloeistof.
6. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt
bevestigd, schoon is. Schroef het filter erop totdat
de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat:
draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 slag.
7. Vul het reservoir met hydraulische vloeistof; zie
Controleren van de hydraulische vloeistof.
Belangrijk: Gebruik uitsluitend de
gespecificeerde hydraulische vloeistoffen.
Andere vloeistoffen kunnen schade aan het
systeem veroorzaken.
8. Plaats de dop weer op het reservoir. Start de motor
en gebruik alle hydraulische bedieningsorganen om
de hydraulische vloeistof door het hele systeem te
verspreiden. Controleer ook op lekkages; zet daarna
de motor af.
9. Controleer het vloeistofpeil en vul voldoende
vloeistof bij totdat het peil de VOL-markering op de
peilstok bereikt. Niet te vol vullen.
Hydraulische slangen en
leidingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en
slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage,
loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden
en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik
neemt.
60
Figuur 86
3. Aftapplug van hydraulisch
reservoir